De zoon van een heel gekende kunstschilder woonde in een villa in onze gemeente. Hij was ook al een vijftiger, en zoals het in de high society hoort, gaf hij af en toe wel eens een receptie. Waarop dan de schilderijen van zijn beroemde pa, en ook enkele van hemzelf, toevallig tentoongesteld werden.
Of er ook van verkoop sprake was zou ik niet weten. Die lui laten immers hun rechterhand niet zien wat de linker doet.
Ter gelegenheid waarván de receptie doorging wist ik niet, maar hij verwachtte heel veel gasten en had ons gevraagd een oogje in het zeil te houden. De laan waar hij woonde was niet zo breed en bij voorgaande recepties waren verkeersproblemen gerezen door wildparkeerders. Dus vroeg hij ons of we de wagens reglementair wilden helpen parkeren. Was dat tot 1 km ver van de villa, dan moest dat maar. De high society liep dan wel niet graag te voet, maar als het moest, dan moest het maar.
Toen we aankwamen stonden al een achttal wagens geparkeerd op zijn grote oprit, en we hoefden niet te kijken welke het waren. Die waren we al meer tegengekomen bij andere gelegenheden, en de nummerplaten kenden we zowat uit het hoofd. En inderdaad, een paar Nederlandse en enkele Belgische nummerplaten op Mercedessen en BMWs. Eén ervan was ons echter vreemd. Een nieuw eendje in de bijt?
Fred en ik keken mekaar even grijnzend aan. Gewiekste luxehoertjes die een graantje kwamen meepikken bij de aanwezige mannen, al dan niet vrijgezellen. escortdames heette dat dan in de hogere kringen. En ja, die konden toch niet met een Trabantje of deux-cheveautje afkomen hé? Zou veel te veel opvallen tussen al dat chique gedoe!
Ze moésten dus beroepshalve wel met dure autos rijden.
Maar al spoedig hadden we onze handen vol aan het netjes laten parkeren van de normale genodigden en schonken er verder geen aandacht meer aan, al viel het wel op dat het pubiek hoofdzakelijk mannelijk was.
Toen iedereen binnen was belden we aan om te melden dat we vertrokken.
- Knap gewerkt, heren! Mag ik jullie een glaasje champagne aanbieden?
- Dank u wel, meneer, maar dat lijkt ons geen goed idee. Zo in uniform tussen al uw gasten!
- O maar, jullie hoeven niet bij mijn publiek te komen hoor, kom, ik wijs even de weg.
We volgden hem rond de villa naar achter, waar de keukendeur wijd open stond.
- Dat is mijn zoon, zei hij, wijzend op een jongeman in witte kokskledij en dito muts.
- Een prima kok. Hij zal jullie wel even bedienen. Laat het u smaken en doe alsof jullie thuis zijn.
En na deze woorden verdween hij weer naar zijn gasten. De zoon bleek erg goed mee te vallen, maar was licht gehandicapt hoorden we aan zijn trage manier van spreken en zijn eigenaardige, wat slepende gang.
Toch bleek hij een koksdiploma te hebben behaald aan een bekende school, want het diploma hing aan de muur naast het imposante fornuis.
- Een glaasje champagne, heren? Nodigde hij uit.
- Ja, dat zal wel smaken. Onze dienst zit er toch op!
Maar oei! De champagne bleek vergezeld te gaan van de obligate oesters, en als er nu één ding is dat ik niet moet, dan zijn het wel die fluimen van de zee! Bah!
Ik nipte wat aan de champagne om tijd te winnen en liet toen met veel weerzin één zon fluim door de keel glijden, moeite doende hem niet onmiddellijk terug uit te spuwen. Het ergste van al was dat ik moest doen alsof het me heerlijk smaakte, want de jongen stond erbij en keek er belangstellend naar. Fred keek er ook naar, maar eerder met leedvermaak. Hij wist wel dat ik die dingen niet lustte.
Maar toen klonk luid rumoer in de gang achter de keuken, waarop de trap naar de bovenverdieping uitkwam. De jongeman opende nieuwsgierig de deur, en ik maakte snel van de gelegenheid gebruik om mijn overgebleven oesters in de vuilbak te gooien. Saved by the bell! Zonde van die dure dingen, maar ja, als je het niet binnenkrijgt, dan gaat het niet hé?
Het rumoer was ondertussen heviger geworden en de jongen stond een beetje beteuterd in de open keukendeur te kijken. Een koppel kwam ruziënd, deels in het Engels, deels Frans en deels héél slecht Nederlands de trap af. De heer kreeg ons in het oog en stevende recht op ons af!
- What do you think abouth this, gentlemen
?
- Ah non hein! Tat kaat zo niet! Sneed ze hem de pas af en kwam naar ons toe.
- Cest vraie quandmême messieurs? Beetje poep en nie betaal! Dat kan tok niet?
Nadat we ze allebei, elk in hun eigen taal want ze begrepen elkaar niet, wat hadden kunnen kalmeren, bleek dat de Engelse heer even van haar diensten gebruik had gemaakt, maar deed of zijn neus bloedde toen ze wou betaald worden.
Tja
daar stonden wij dan! Hoe konden we tussenkomen als prostitutie sowieso verboden is?
Maar we werden een tweede maal gered door de bel. De jongen was om zijn vader gelopen en nu verscheen die in de keuken. En uiteindelijk bleek alles op een misverstand te berusten.
Hij had aan de gegadigden onder zijn gasten uitgelegd dat ze ongestoord met de dametjes konden rollebollen, en dat hij de rekening achteraf wel zou betalen.
Aan de dames zélf had hij dat niét uitgelegd, want die kenden zijn werkwijze wel. Helaas was hij vergeten dat er een nieuwkomertje tussenzat. En nog wel een behoorlijk keffertje!
Ze excuseerde zich bij de Engelsman en bij ons en droop een beetje beschaamd af, op zoek naar ander cliënteel.
En eindelijk konden we ongestoord van onze Champagne genieten.
- Nog een glaasje en snackje, heren?
- Graag, zei Fred. Maar geef mijn portie oesters maar aan mijn collega. Die is daar verzot op.
Mijn blikken schoten vuur naar de heel onschuldig kijkende Fred. Hadden mijn ogen hem kunnen wurgen, dan was hij zéker ter plekke gesneuveld.
Wat wél lukte was mijn:
- Eh
sorry, neen, liefst geen oesters meer. Ik moet namelijk nog naar een familiefeestje!
- Maar Willy toch, jij die zo graag oesters lust! Probeerde Fred nog. Maar het lukte hem lekker niet!
- Nou ja, als hij naar nog een feestje moet, dan maar niét hé? Of toch?
- Neen hoor! Dankjewel!
Oef! Op wraak zinnend reed ik even later achter Fred aan. Zwerend het hem betaald te zetten. En óf me dat lukte, en nog wel heel spoedig daarna! Maar dat is weer een ander verhaal dat jullie nog tegoed hebben.
Met alle Chinezen, maar niet met dendeezen!
Willy.
|