Jaren tachtig
de Beach Boys, toen al een legende, zouden een concert geven op het strand tegenaan het Zwin. De burgemeester had me al op zijn bureel gevraagd en samen hadden we een plan de campagne opgesteld. Parkeerverbod hier
eenrichtingsverkeer daar
Allemaal goed en wel, maar waar zou het publiek parkeren? Het was een zondag midden in de grote vakantie, en de badstad was dan sowieso al oververzadigd.
Hij keek me hoopvol aan, denkend dat ik een parkeertoren uit de mouw kon schudden, maar dat kon ik nu juist niet.
- Eh
die grote weide van u misschien? Vroeg ik langs mijn neus weg.
- Ben je gek? Je weet toch welke problemen we kregen toen ik dat eens deed voor het golftornooi?
Natuurlijk wist ik dat. De groene jongens waren toen in alle staten geweest! Hadden die weide op voorhand onderzocht met loupe en microscoop en daar voorwaar enkele onooglijke zeldzame plantjes in gevonden! Daar mochten zéker nooit autos parkeren!!! (Wijsvingertjes vermanend omhoog). Dat daar dagdagelijks koeien graasden en de plantjes vertrappelden was blijkbaar géén probleem! Gewoon idiote bemoeizucht van lieden die niks anders hadden te doen.
- Jawel, maar toén hadden we toelating gevraagd!
- Bedoel je, niét vragen?
- Inderdaad, burgemeester! Ik kan wachten met de wegwijzers naar de parking tot een paar uur voor het evenement. Wie niet weet niet deert.
- Prima idee. We wagen het er maar op. En, by the way, de BRT komt filmen met een helikopter, maar de piloot vraagt een landingsplaats dicht bij het evenement, maar waar geen publiek kan komen want hij kan niet de hele tijd zijn heli in het oog houden. Wat dacht je van de zwemkom die niet meer gebruikt wordt?
- Lijkt me ruim genoeg en is afgesloten. Dat moet lukken. Geeft u hem de sleutel? (De zwemkom was persoonlijk eigendom van de burgemeester).
- Neen! Ik geef niemand de sleutel. Alleen maar aan jou. Kom hem maar halen bij mij thuis en geef hem niet uit handen. Ook niet aan die piloot. Hij moet jou maar opzoeken als hij wil gaan vliegen.
Een paar maanden verstreken en die zondagmorgen waren ik en Fred reeds vroeg op post om de manschappen te verdelen. Even later hoorde ik het plop plop van de heli en spoedde me naar de zwemkom. Heli netjes binnen het domein van de zwemkom geparkeerd, piloot en BRT cameraman uitgestapt en de deur van het complex netjes achter hen gesloten.
Het werd 11 uur en ik werd toch wat ongerust. Een zondag midden in het seizoen verdorie! Ik was benieuwd of er veel normale toeristen zouden binnenstromen, maar kon vanaf deze locatie natuurlijk de invalsweg niet zien. Ik vervloekte dat het niet in mijn mototijd gebeurde, want dan was ik snel even heen en weer kunnen rijden. Ik wist namelijk perfect dat wat je om 11 uur zag binnenrijden, tekenend was voor de grootte van het publiek dat je die dag mocht verwachten. Aan de hand van die informatie zou ik misschien nog meer maatregelen moeten nemen. Maar verdorie, ik kon niet weg hé?
Maar daar deed zich plots een gelegenheid voor! Daar kwam die helipiloot afgelopen en wenkte me al van ver.
- Wil je ons even binnenlaten in de zwemkom? We gaan even de omgeving filmen vanuit de lucht alvorens het publiek toestroomt.
- Okee, ik ga met je mee. Maar zeg
heb je soms geen plaatsje vrij in de heli?
- Jawel hoor! Achteraan zitten een cameraman en een verslaggever. Vooraan heb ik nog plaats. Wil je mee misschien?
- Graag. Tenminste, als het niet teveel gevraagd is ook eens over de N49 te vliegen om te zien wat er zoal binnenkomt.
- Geen probleem. Dat kun je zelfs van hier zien als je voldoende hoog gaat.
En zo vloog ik even later molenwiekend de lucht in en kon tot mijn opluchting vaststellen dat het inkomend verkeer eerder matig was. De publiciteit over de Beach Boys had blijkbaar zijn werk gedaan: wie er niet in geïnteresseerd was bleef maar weg voor die ene zondag.
En nét op dat moment riep Fred me op met de radio en vroeg waar ik was.
- Recht boven je! Antwoordde ik. Keek naar beneden en zag zijn figuurtje daar staan op het kruispunt waar ik hem verlaten had. Ik hoopte dat hij omhoog zou kijken, maar hij had niets van mijn antwoord begrepen. Begrijpelijk, want het plop-plop binnen in een heli is oorverdovend en smoort elk stemgeluid!
Maar de piloot had het door, grijnsde even, en gebaarde van wacht maar even
En floep, de heli zakte als een baksteen en bleef nét een vijftal meter boven en naast Fred hangen! En grijnzend keek ik hem aan en gaf hem een teken: binnen vijf minuten ben ik bij je. En hup, in geen tijd zaten we weer op 300 meter hoogte en kon de cameraman zijn werk beginnen.
Dat was de eerste anekdote van het bezoek van de Beach Boys. Maar het mooiste moest nog komen!
Het werd namiddag, de Beach Boys waren al gearriveerd en het concert was begonnen. Fred en ik liepen wat onverrichterzake rond en werden aangesproken door een koppel journalisten van Het Nieuwsblad.
- Naar we vernamen hebben jullie hier de leiding over het verkeer, heren?
- Jawel, antwoordde Fred gretig, maar ik voelde al argwaan. Was ook meer dan Fred journalisten gewoon en wist dat ik verdomd goed op mijn woorden moest letten. Die lui zoeken namelijk geen onbevooroordeelde berichtgeving, maar wél sensatie. Maar het was te laat! De argeloze Fred zei:
- Zin om even rond te rijden en de verkeersmaatregelen te bekijken?
- Graag!
- Ai! Dacht ik. Nu verdomd goed opletten wat ik zeg! En gretig stapten ze in onze politiewagen en reden we ze rond. Wijzend op eenrichtingsverkeer, parkings en ander moois dat ze kon interesseren.
- Mooi uitgewerkt heren! En, wat ik vragen mag, wat is er voorzien voor ná het concert, als al die mensen tegelijk weer moeten vertrekken?
En daar maakte Fred de fout van zijn leven! Natuurlijk hadden we daar helemaal rekening mee gehouden en natuurlijk zou het allemaal van een leien dakje lopen, maar die stomme Fred zag kans om, humoristisch bedoeld, te antwoorden:
- Oh dát? Dat is van later zorg hoor! First things first!
- Lap! Dacht ik. Dáár zullen ze wel iets van maken! Stomme Fred ook!
En inderdaad, de volgende morgen kwam Fred, het Nieuwsblad onder de arm, het kantoor binnengewandeld. Aan zijn gezicht kon ik al direct zien dat wat ik gevreesd had, waarheid was geworden.
Het Nieuwsblad had namelijk een heel artikel gewijd aan de verkeersregeling
nogal lovend
maar dan
die laatste zin: De Hoofdinspecteurs Claeys en Deloddere hebben werkelijk aan alles gedacht, uitgenomen aan het feit dat het publiek die avond ook nog moest vertrekken!
Wel, als ik Fred, op het ogenblik dat ik dat las, had kunnen wurgen, dan had hij nu zeker niet meer tot de levenden behoord! Na alles wat je hebt gedaan om het hele zooitje in goede banen te leiden, dan dát moeten lezen in de krant? Foei Fred!
Voor al wie dit leest heb ik dan ook maar één raad: blijf zo ver als mogelijk weg van journalisten, en als dat niet mogelijk is, let drommels goed op je woorden! Want ze zijn er niét om jouw persoontje te verheerlijken. Ze weten drommels goed dat niemand daarin geïnteresseerd is.
Je afbreken daarentegen
dáármee halen ze hun leescijfers!!! Prent dat maar allemaal goed in het hoofd, en vanaf morgen zul je de kranten wel op een andere manier lezen en interpreteren.
Willy.
|