Het was in het begin van de jaren negentig. Blazers waren in voor mannen. Het was overal blazer geblazen. Ik had er ook eentje: een klassieke donkerblauwe. Maar plots was klassiek uit en modern werd in! Je kon in het gehele kleurenspectrum geen kleur vinden, of je kon er een blazer in kopen! En reken maar dat ze ook gekocht werden. Vooral knalrood werd plots de trend.
Als je een beetje mannelijk wilde overkomen moest je een blazer in een van die vele kleurtjes kopen, vooral geen das dragen maar een open hemd, met eventueel een kasjmier sjaaltje of sous-pull er onder.
Ik zat toen toevallig in een alleenstaande periode, en als man is kleren kiezen een beetje een gok zonder vrouwelijke inbreng. En toch wilde ik ook maar van mijn klassiek imago af. In het straatbeeld zag je toen vooral die knalrode blazers, en ik ging twijfelen. Vond het wel ergens belachelijk voor het mannelijke imago, maar toch, zelfs een onnozele mode went op de duur. Als je het maar voldoende ziet op straat. Dan wordt het vanzelf trendy.
Toen kreeg ik een uitnodiging voor de jaarlijkse verkeersdag in Kortrijk. Kon ik niet weigeren, want alles wat in Vlaanderen aan verkeersbeleid deed was daar elk jaar trouw aanwezig om te luisteren naar een aantal sprekers die het (verkeers-) licht meenden gezien te hebben. En meteen stelde zich de vraag: hoe me kleden? Vermits klassiek uit was, zat ik met een probleem. Een rode blazer kopen dan maar? Leek me geen slecht idee, en moedig stapte ik naar de winkel.
Maar daar sloeg de twijfel al onmiddellijk weer toe! Ik kon me onmogelijk identificeren met zon rood, fatterig aandoend geval. Ontmoedigd koos ik dan maar een donkerpaarse.
De verkeersdag brak aan, en met veel twijfels vertrok ik naar Kortrijk in donkerpaarse blazer. Liet mijn uitnodiging zien, kreeg een ticket voor het middagmaal en een stapel documentatie en liep door naar het auditorium, of hoe je zon zaal ook noemt. Trad binnen, en verschoot me een bult! Had ik me van zaal vergist? Van de zowat driehonderd aanwezige mannen droegen er minstens honderd een
knalrode blazer! De zaal leek wel één ketel rode soep!
Oei! Was ik in de reünie van een muziekkorps beland? Snel checkte ik alles nog even: nummer van de zaal en zo, en ja, ik zat juist! En ik ging een vrij plaatsje zoeken om naar de hoogedele sprekerds te luisteren.
Geamuseerd bekeek ik al die uniforme rode blazers en was blij dat ik er zélf geen had uitgekozen! Die rode blazer werd trouwens op staande voet van mijn verlanglijstje geschrapt. En ik nam me heilig voor om me, ook in de toekomst, nóóit te laten verleiden tot belachelijk makende modetrends.
Ook de leden van dat fictieve muziekkorps schenen hun foute kledij door te hebben, en probeerden zich zo klein mogelijk te maken om niet op te vallen. Wat ze uiteraard sowieso al niet deden. Hoe kan rood tussen rood nu opvallen?
Er zaten er tussen die ik nog kende van vorige jaren. Zo van die specimen die zichzelf altijd weer in de algemene belangstelling moeten werken door het stellen van de meest onbenullige of idiote vragen. Dit keer hoorde je ze niet! Ze zouden zich wel wachten om de aandacht op hun rode outfit te vestigen!
En nu weet ik wel: als een vrouw één andere vrouw ziet in dezelfde blouse, vliegt die blouse meteen de prullenmand in. Mannen hebben daar geen probleem mee. Maar honderd? Neen! Trop is teveel! Kon je duidelijk van hun gezichten aflezen.
Ik denk dat de mensen van spullenhulp de volgende dagen een massa rode blazers hebben kunnen ophalen. Maar toch lekker geen van mij!
Willy.
|