Hoe oud zou ik geweest zijn? Dertig - vijfendertig? Zoiets wel, ja. Getrouwd, verantwoordelijk voor drie kindjes, pas gebouwd ook, en een echtgenote die als verpleegster A2 werkzoekende was.
Niet onmiddellijk werk gevonden en we stappen een R.V.A. kantoor binnen.
Omdat ze niet direct zelf werk had gevonden in haar beroep, vroeg ze om bijscholing als ponsster. Destijds, met de pas in opmarch zijnde computers die met ponskaarten werkten, een veelgevraagd beroep. De RVA promootte dat trouwens zelf. Je kon ook van dopgeld genieten terwijl je die bijscholing volgde, en dat leek ons mooi meegenomen: dopgeld tijdens studie, daarna gegarandeerde tewerkstelling. Te mooi om waar te zijn.
En inderdaad! Het wàs te mooi. Veel te mooi voor een blanke.
- Wat is uw beroep ook weer mevrouw? Verpleegster? Sorry hoor! De vraag naar dat beroep is enorm, zodat er helemaal geen reden is om een andere cursus te volgen!
Met andere woorden: Vergeet je dopgeld maar en trek je plan! Teleurgesteld terug naar huis. Zelf gezocht, en werk als verpleegster gevonden. Tijdlang gerust. Na een jaar weer werkloos. En waarom zou je zelf werk zoeken als daar een goede staatsinstelling voor bestaat? Die mensen worden daarvoor betaald, ze kunnen hun werk dus maar doen.
Terug naar diezelfde RVA. Nu als verpleegster - werkzoekende. Zeker wetende met een job buiten te komen, vermits ons het jaar voordien al was gezegd dat er enorme vraag was naar verpleegsters. Dezelfde dame achter hetzelfde bureau:
- Zoekt u werk mevrouw? U wilt dat we U helpen zoeken? Verpleegster? Ach mevrouw, vergeet het! Daar kun je de straat mee leggen! Het is nutteloos dat we zoeken, want vacatures zijn er zeker niet! Het lijkt wel of iedereen een verpleegstersdiploma heeft. Totaal nutteloos!
Lap! Wééral letterlijk en figuurlijk op straat gezet! Geen bijscholing voor ponsster (want dan zouden ze moeten betalen), en geen zoekhulp voor verpleegster (want dan zouden ze moeten werken). Tja
als je autochtoon bent toch hé? Zoveel allochtonen waren er nog niet in die tijd, maar toen we buitengingen zaten er toch wel enkele in de wachtzaal. En ik had het begrepen! De verpampering des allochtoons was al begonnen! Eigen volk kon al de boom in.
Mooie instelling, vond ik, en schreef een woedende brief aan het hoofdkantoor te Brussel, met onze wedervaren. Daarin vroeg ik me onder andere ook af of je dan soms een bruine huidskleur moest hebben om van al die tegemoetkomingen en hulp te kunnen genieten waarover ze zo de mond vol hadden.
Een CGKR bestond, bij mijn weten, wel nog niet, maar er werd waarschijnlijk al druk aan gesleuteld.
Er verliep een maand. Geen antwoord! Maar toch moet mijn brief hen getroffen hebben! Zó erg, dat ze verder wilden gaan dan alleen maar schriftelijk antwoorden. Hij moet waarschijnlijk binnengevallen zijn als een olifant in dat tere porseleinwinkeltje.
Want op een middag kwam ik thuis, en mijn vrouw vertelde dat ze bezoek had gekregen van een heer van Brussel die speciaal was overgekomen om over die brief te praten!!! Wat jammer dat ze me niet had opgebeld op mijn werk! Ik was wát graag met dat heerschap komen praten!
Maar helaas, ze vertelde er niet zoveel over. Alleen maar dat die vent had gezegd dat hij wel vond dat haar man een harde moest zijn!!! En eerlijk gezegd, ik heb er haar ook nooit verder over ondervraagd, want het interesseerde me al niet meer. Ze had werk gevonden op eigen houtje, en die hele RVA kon me gestolen worden. Ik had enkel spijt dat ik niet zelf met die vent in de clinch was kunnen gaan. En waarschijnlijk was hij van zijn kant al opgelucht dat ik niet thuis was.
Maar dat voorvalletje geeft toch weer stof tot nadenken! Wij, Vlamingen, waren, destijds al, quantité négligeable voor dat soort staatsinstellingen! De verbruining van Vlaanderen was immers al begonnen, en alle energie werd dáárin gestopt! Er konden niet genoeg diensten en tegemoetkomingen uit de grond gestampt worden, maar die moesten wél angstvallig worden afgeschermd voor het eigen volk! Want wij? Wij konden de boom in!
En het is er niet op verbeterd. Wel integendeel!
En ik? Ik had het stempel harde gekregen omdat ik het gewaagd had het systeem in vraag te stellen! Wel, dat stel ik nog steeds in vraag! Ik was vijfendertig toen, half zo oud als nu, maar als zeventiger stel ik dat systeem nog steeds in vraag! En vind het verdomd bedroevend dat de tijd me ooit gelijk zal geven. Daar heb ik niet de minste twijfel over.
Wat ik dan weer niet begrijp is hoe zoveel ambtenaren daar regelrecht intuinen en zich helemaal inzetten voor die goede zaak! Ja, er zelfs harder aan werken dan ze moeten om het allemaal nog zachter en wattiger te maken voor de vreemden. Of
om op een goed blaadje te komen bij de overheid? Heeft de mensheid dan echt niets geleerd van het nazi-Duitsland en Hitlers Befehl ist befehl?
De bewakers in de vernietigingskampen voerden óók maar bevelen uit hoor! En sommigen deden dat ook zo goed dat veel gevangenen al doodgeslagen waren alvorens ze in de gaskamer konden belanden. Weeral gas gespaard!
Wel, datzelfde soort mentaliteit, datzelfde soort gevaar, is zich alweer aan het manifesteren: luisteren naar wat baasje zegt, al is dat dan ook de grootste stommekloot van de wereld en omstreken. En duchtig meehuilen om in zijn gunst te komen. Méér kan ik in dat hele hedendaagse vreemdelingenbeleid niet zien. Sorry!
Maar ja, ik blijk nu eenmaal een harde te zijn! Dat is dus het cachet dat je opgeplakt krijgt als je vindt dat je eigen volk minstens evenveel kansen moet krijgen als vreemden.
Willy.
|