Mijn vorig stukje (kijken op rijken) herinnerde me aan nog een gelijkaardig voorval dat ik jullie niet wil onthouden!
De geschiedenis van meneer Roger namelijk, een notoir personage in mijn badstad. Zoon van een aannemer die zijn leven lang had gezwoegd en gespaard. Van bouwhulpje had hij het tot aannemer geschopt maar zich, gierig als hij was, nooit enige luxe gepermitteerd. Niet alleen werkte hij opdrachten af, maar kocht ook zelf bouwgronden waarop hij appartementsgebouwen zette die later eigendom van zijn enige zoon Roger zouden worden. De oogappel ook van mama.
En zo komt het dat meneer Roger als twintiger wees werd, en eigenaar van een groot fortuin en een massa vastgoed. Aantrekkelijk was hij niet in zijn jonge jaren. Ook al niet door zijn lengte van toch wel twee meter en graatmagere lichaamsbouw. Echte vrienden had hij weinig. Laat staan vriendinnen.
Het was een brave, wat teruggetrokken en wereldvreemde jongen, maar hij volgde niet de voetsporen van zijn gierige ouders. Integendeel, hij wilde liefst een graag geziene dorpsfiguur worden die zijn gebrek aan vriendschap compenseerde door waar hij ook maar kwam gul te trakteren. Sponsorde ook een aantal sportverenigingen om zich op die manier in de belangstelling te houden.
Hij leek in de wieg gelegd om eeuwig vrijgezel te blijven.
En toen, wat niemand had verwacht, trouwde hij! Met waarschijnlijk wel het mooiste meisje van West Vlaanderen! Iedereen stond perplex, maar er werd gefluisterd dat ze hem voor zijn fortuin had gekozen. Maar het koppel leek het goed te doen en ze kregen een paar dochtertjes. Vrouwlief vond niet dat ze zijn levenswandel nu maar eens drastisch moest gaan veranderen. De sponsoring bleef. De traktaties ook, en ze gunde hem zijn vrijheid. Op zijn identiteitskaart stond trouwens als beroep rentenier, en reken maar dat hij ook heel goed rentenierde!
En hij veranderde helemaal onder haar invloed. Ging zich beter kleden, ze reden nu met elk een dure Mercedes die om de twee jaar vervangen werd, maar bleven zich profileren als eenvoudige lui. Al kochten ze wél een riante villa met uitzicht op het golfterrein. Maar iedereen was er welkom zonder enig onderscheid van stand of rang. En of ze nu mensen van de reinigingsdienst ontvingen of een belastingsinspecteur, altijd kwam de duurste wijn op tafel. Speciaal geselecteerd voor de gasten door hun wijnhandelaar.
Bij de eerste communie van hun dochters gaven ze prachtige tuinfeesten met alles erop en eraan. Iedereen was welkom. De Champagne vloeide rijkelijk en de hapjes werden je letterlijk in de mond gestopt. Het kon allemaal niet op! De rit van de kerk naar de villa werd trouwens op speciale aanvraag geëscorteerd door de gemotoriseerde politie, waaronder ook ondergetekende.
Even later, zo herinner ik me, kwam ze eens op bezoek bij mijn zwangere vrouw, met de vraag of ze niets kon doen om haar thuiswerk te verlichten: afwassen of ramen lappen of wat dan ook. Mijn vrouw zei dat ze net klaar stond om boodschappen te doen.
- Geen sprake van in jouw toestand! Zei ze. Ik zal die boodschappen wel doen voor je. Geef me je lijstje maar! En inderdaad, ze ging die boodschappen doen, betaalde ze, en wilde niet eens haar geld terug!
Doodsimpel mens. Doodbraaf, maar helaas, ook heel dom in de omgang met geld! En vooral: verslaafd aan de schone schijn! En vermits meneer Roger ook niet slimmer was, moest ervan komen wat te verwachten viel: er werd een eigendompje verkocht. En nog eentje, en nog een paar
tot er zelfs een zware hypotheek op de villa moest worden gelegd.
Hadden ze het nu begrepen? Hield het nu op? Welnee! Om goed te demonstreren dat ze helemaal niet aan de grond zaten werd er nog meer uitgegeven!
Toen gebeurde tot overmaat van ramp iets wat niemand zich wenst: ze kreeg kanker! Was op korte tijd nog slechts een schaduw van zichzelf. Twee jaar later stierf ze. En meneer Roger stond weer alleen. Maar platzak nu! Zijn huwelijk had een vijftiental jaar geduurd en had er het gehele fortuin doorgejaagd.
En hij verdween! De villa werd verkocht en van meneer Roger was er geen spoor meer te bekennen in de wijde omtrek.
Veertig jaar is daar nu overheen gegleden. En ik dacht niet meer aan meneer Roger.
Maar enkele maanden terug stapte ik in Oostende op de bus, en wie zat nét vóór me? Juist! Meneer Roger! De lange benen hoog opgevouwen om in de krappe ruimte te passen. Omdat ik twijfelde sprak ik hem aan en vroeg of hij meneer Roger was.
- Jawel hoor! Dat ben ik!
- Herken je me dan niet?
- Ik herken je wel van ergens, maar kan niet zeggen van waar precies!
En hij begon over zijn vrouw die tien jaar geleden overleden was, terwijl dat wél veertig jaar was. Ik deed maar geen moeite meer om te zeggen wie ik was of om oude herinneringen op te halen. Het was niet mijn bedoeling hem met zijn verleden te confronteren en te kleineren en trouwens was de bus bijna op mijn bestemming. Hij sprak trouwens ook nogal wat warrig, alsof een begin van Altzheimer zich begon te manifesteren.
Ik vernam toch nog dat hij een appartement (of zolderkamer?) huurde ergens in de buitenwijken van Oostende.
Met gemengde gevoelens stapte ik van de bus. Was er nie goe van. Ik had intens medelijden met de man die zich nu, in zijn oude dag, met het openbaar vervoer moest verplaatsen, waar hij ooit verschillende Mercedessen had. Als het dan nog een dikkenek was geweest had ik nog kunnen denken eigen schuld dikke bult. Maar neen! Dat leven verdiende hij niet! Niet door grootheidswaanzin was hij gekelderd. Niet door gokken of duistere praktijken. Gewoon uit brave domheid. Niemand ook had hem willen kelderen. Dat hadden hij en zijn echtgenote samen en alleen gedaan.
Want destijds, wàt ze je ook maar aanboden, een neen werd niet aanvaard. Je moést aannemen!
Arme meneer Roger!
Ja
kijken op rijken geeft je toch wel stof tot nadenken!
Wat jammer dat ik dit stukje niet onder de categorie fictie kan plaatsen! Het is daarvoor veel te waargebeurd.
Willy.
|