1. GRIJZE MUIS OF JANKERD?
Het zal jullie wel al zijn opgevallen hoe ik telkens weer van leer trek tegen jankerds! Tot vervelens toe soms. Wel, dat is helemaal geen toeval! Als ik van mijn beroepsloopbaan één enkele frustratie heb overgehouden, dan is het wel mijn haat tegen alles wat jankt zonder te weten waarover het praat.
Ik kan zelfs wel stellen dat ik meer dan vijftig procent van mijn energie aan jankerds heb moeten verspillen. Veilige verkeersprojecten waaraan ik werkte, in de diepvriezer heb moeten stoppen om de honderden jankbrieven van advies te voorzien voor mijn overheid, de zaak te behandelen alsof het ernstig was, en diplomatische antwoorden te formuleren. Want je mocht niemand op de gevoelige teentjes trappen, en dat hadden sommigen nu juist wel heel hard nodig!
En dat spijt me tot op de dag van vandaag. Ik had véél meer kunnen doen voor de verkeersveiligheid, maar de jankerds gunden me de tijd niet! Ik moest mijn kostbare uren aan hún jankbrieven spenderen en zinnig werk telkens weer uitstellen.
En dat was dan nog maar op laag, gemeentelijk niveau. Maar reken maar dat het ook zo is in de hele administratie van gemeenten, provincies, en op nationaal vlak. De overheid heeft de helft teveel bedienden
zeggen de jankerds!
Wel, dat IS zo!
Maar dat komt juist door diezelfde jankerds! Omdat die telkens weer aandacht opeisen zonder erbij stil te staan dat juist die eis ervoor zorgt dat elke administratie nog meer personeel moet aanwerven om hún stomme zaakjes te behandelen (lees: te ontkrachten).
Het enige alternatief is: jankbrieven in de prullenmand gooien. Maar dàn pas gaan ze echt aan het janken. Dan hebben ze ook eindelijk een reden tot janken: ze krijgen geen antwoord omdat er niemand is die zijn werk kan of wil opzij schuiven om hun brieven te beantwoorden.
Wat we soms in de media zien: een betoginkje of zo, is pas het topje van de ijsberg! Om echt zicht te hebben op het geldverslindend jankprobleem moet je zicht hebben op de jankbrievenstroom . En zéker op de lekeninhoud ervan! Je zou pal achterover slaan als je ziet waar mensen zich allemaal willen in moeien...
Mijn gemeentelijke overheid (Knokke) heeft altijd al naar correcte behandeling van wie dan ook gestreefd. Onbeantwoorde brieven waren taboe en dat werd nauwlettend opgevolgd. Maar in de jaren negentig vaardigde de nationale overheid een wet uit op openheid van bestuur. Voor mij veranderde er niets. Openheid werd in mijn gemeente al lang nagestreefd. Nu werd het gewoon verplicht. Geen vuiltje aan de lucht? O jawel hoor!
Want als gevolg van die wet verdriedubbelde de brievenstroom! Nu pas wisten ze dat ze serieus moésten worden genomen door de administraties. De blijde boodschap was verkondigd en de apostelen konden hun gang gaan.
Bij mij ging het in principe alleen maar over verkeer. Maar al gauw ging de secretarie, waar de inkomende post werd bekeken en gesorteerd, stiekem allerlei soorten klachten naar mij doorsmokkelen! Waarom? Gewoon omdat ze wisten dat dit zowat de enige mogelijkheid was om op het epistel in kwestie ooit het stempel afgewerkt te kunnen plaatsen. En dat moést, want elk binnengekomen poststuk kreeg een volgnummer. Een volgnummer dat ooit moest kunnen worden afgevinkt in de database.
Van hondenpoep tot lawaaioverlast aan dancings
ze sorteerden het toch zo graag onder verkeer!!! En aan ondergetekende kwam dan de weinig benijdenswaardige eer toe het af te werken.
Of ik ervoor geacht werd? Jawel! Heel erg! Ik was altijd meer dan welkom in de secretarie van het stadhuis. Maar daar had ik geen boodschap aan want tussen de regels door wisten ze me toch altijd weer een en ander op te solferen waar ik dan maar een oplossing moest voor bedenken.
Heel graag had ik doorgewerkt tot mijn vijfenzestigste. Maar toen het gejank de spuigaten ging uitlopen besloot ik het op mijn zestigste af te stappen. De overige vijf jaar zou ik me toch maar hebben doodgeërgerd aan leken die vinden dat ze een vinger in de pap te brokken moeten hebben. En trouwens, zinnig en verantwoord werk hadden ze ondertussen al lang onmogelijk gemaakt. Als ze maar inspraak konden afdwingen! Het toverwoord van de hedendaagse tijd. Dat ze alles alleen maar hopeloos vertraagden snapten ze niet. Dat ze daarmee hun eigen ruiten ingooiden al evenmin.
Hopelijk is deze verhelderende uitleg een geldig excuus voor mijn eeuwige gejank over jankerds.
2. INTELLIGENTE DOMMERDS?
Over deze categorie kan ik korter zijn, maar wil toch even toelichten wat mijn standpunt is. Want soms lijkt het wel of ik de hele mensheid maar dom vind en dat is zéker niet zo. Maar we leven in een erg gecompliceerde samenleving waar elk individu maar zijn eigen kleine stukje kan van snappen. Specialisatie zeg maar. Kan ook niet anders in deze hoogtechnologische samenleving. Niemand kan in staat zijn het allemaal te kunnen en te weten.
Wel, dommerds zoals ik ze noem, dat zijn de mensen die dat principe niet snappen. Die misschien grote bollebozen zijn in hun eigen beroep, maar zich helaas juist daardoor geroepen voelen zich ook in heel andere toestanden te gaan mengen en inspraak te eisen in zaken waarin ze geen enkel inzicht hebben. Dàn pas stellen ze zich dom aan. En weer hadden onze voorvaderen daar een goede spreuk voor:
Schoenmaker, blijf bij je leest!
Willy.
|