Ze was mooi! Hooguit zestien of zeventien jaar oud. Een leuk blondje met een snoezig gezichtje. Het type dat zowat elke man zou kunnen aan de haak slaan. Het type dat gemaakt lijkt om gelukkig te zijn. En dat leek ze ook goed uit te spelen. Het was een warme, zonnige dag en de zeedijk liep vol toeristen in allerlei outfit. En daar had ze zich perfect aan aangepast.
Ze was gekleed in enkel een blauwe, nauwsluitende Jeansbroek, en een kleurig, piepklein behaatje. Al de rest was bloot en liet heel wat maagdelijk blanke vrouwenhuid zien. Echt een heel verleidelijk plaatje om naar te kijken, ware het niet
Ze was zwaar gehandicapt! Haar rechterbeen was helemaal naar binnen gedraaid, en het leek bijna een mirakel dat je met zon been vooruit geraakt, laat staan dapper marcheren zoals zij deed.
Ik zat op een arduinblok op de Zeedijk toen ze me voorbijliep. Ze was amper 1,5 meter groot. Ik volgde haar met de ogen en zag een perfect vrouwelijke rug. Maar een rug die helemaal uit de haak was getrokken! Kompleet naar één zijde kromgegroeid. Arm kind. Die vreselijke vervormingen ontroerden me en er ging voorwaar een traan uit mijn ogen rollen. Maar tegelijkertijd moest ik haar dapperheid bewonderen. Ze was een figuur die je in een rolstoel zou verwachten. Maar neen hoor! Helemaal op haar eentje, zonder enige hulp, marcheerde ze dapper door alsof er geen vuiltje aan de lucht was! Ze straalde iets uit van:
- Gehandicapt? Ik? Neen hoor! Misschien een beetje anders, maar dat is nu eenmaal ik en ik zou geen andere ik willen zijn!
Ze was al lang uit het zicht verdwenen toen ik opstond en mijn wandeling met Chico verderzette. Aan het Stedelijk zwembad verliet ik de Zeedijk om naar huis te gaan. Op het pleintje aan het Zwembad staan zéker wel twintig bankjes tegen een muur, uit de wind en in de zon. En àls ik daar ooit een plaatsje vind, rook ik daar graag nog wel een sigaretje alvorens naar huis te gaan. Maar plaats vinden is moeilijk. Meestal zijn al die bankjes de hele namiddag in beslag genomen door oudjes die van de zon komen profiteren.
Maar wonder boven wonder: nu waren ze, op enkele bankjes na, allemaal leeg! Te warm voor de oudjes?
En ik profiteerde van de gelegenheid om een laatste stop in te bouwen alvorens naar huis te gaan. Enkele bankjes van mij vandaan zat een leuk meisje, maar ik besteedde er weinig aandacht aan. Ik dacht nog steeds aan dat arme blondje.
Even later stond ze op om verder te gaan, en een ijskoude rilling viel over me heen! Nu ze opstond en doorliep zag ik dat het ditzelfde gehandicapte meisje was! Zo lang ze had neergezeten was er niets aan te merken geweest. Ik kon haar nog ver met de ogen volgen tot ze een hoek omsloeg. En toen werd weer de filosoof in me wakker!
Ik herinnerde me, vele jaren geleden, een TV programma waarin een interview voorkwam met een al even erg, of nog erger gehandicapt meisje van een tiental jaar oud. De handicap leek dezelfde maar het kind liep met een looprekje en raakte amper vooruit. Op de vraag of ze blij zou zijn indien een operatie haar handicap zou kunnen wegnemen, antwoordde ze:
- Neen! Dat zou ik zelfs niet willen. Die handicap maakt deel uit van mijn persoon. Zo ben ik nu eenmaal, en zo wil ik blijven! Zonder die handicap zou ik mezelf niet meer herkennen en helemaal ongelukkig zijn!
Als dàt geen positieve filosofie was uit de mond van een tien jaar oud meisje. En terugdenkend aan het kind dat ik net had gezien, legde ik meteen de link: dat meisje dacht waarschijnlijk nét zo! Velen in haar plaats zouden zich in een slachtofferrol gaan wentelen, in een rolstoel worden rondgevoerd en daar nooit meer uitkomen.
Dàt meisje echter, had door haar positieve filosofie, waarschijnlijk besloten om tegen beter weten in een zelfstandig leven te leiden en kostte wat het kost te doen als alle normale mensen. En dat leek haar perfect te lukken!
Nog maar eens een bewijs dat je geluk in jezelf moet zoeken! Ze was daar het levend bewijs van.
Maar toch, toen ik huiswaarts keerde werd ik verteerd door medelijden: zou zon ding ooit op een passende partner vallen? Want dat is helemaal niet evident! Zélfs als een knappe man op haar zou vallen is daar nog altijd de sociale omgeving. Zal hij doorzetten? Zal hij gezien willen worden met zoiets aan zijn zijde? Haar durven voorstellen aan vrienden? Ik denk het niet! En toch is die denkwijze totaal verkeerd! Toch zou ze waarschijnlijk een modelechtgenote kunnen zijn. Het soort vrouw waar een man alleen maar kan van dromen.
Maar helaas! We zijn, in onze perfecte maatschappij, zo aan heel strakke normen gehecht, dat de minste afwijking aan de heersende normen storend gaat werken!
Ik kan dat kind dan ook maar van harte wensen dat ze een liefhebbende man tegen het lijf loopt. Een man die karakter genoeg heeft om wat anderen denken aan zijn laars te lappen. Een man die van haar houdt zoals ze is. Een man die haar bewondert om de manier waarop ze met haar handicap omgaat.
De man die ze véél meer verdient dan de vele perfecte dametjes, die een dergelijke man nooit echt gelukkig zouden kunnen maken!
Willy.
|