Meestal droom ik van leuke dingen, maar deze nacht had ik toch een ware nachtmerrie! Een of andere tijdmachine moet er in geslaagd zijn me terug te katapulteren naar de jaren
midden zestig van vorige eeuw geloof ik. In elk geval, ik was pas motard geworden en er kwam een betoging aan.
Opdracht: begeleiden en in goede banen laten verlopen. Met een viertal motorrijders en een twintigtal agenten tevoet moest dat lukken. De betoging was trouwens een futiliteit: in een klein kerkje werden Franse missen gegeven om tegemoet te komen aan de vele Francofone toeristen en tweede verblijvers.
Heel logisch: juist van dié mensen leefden onze middenstanders. Dié mensen brachten geld in het laatje. En wiens brood men eet, diens woord men spreekt. De paters Dominicanen, die het kerkje runden, waren allemaal perfect tweetalig. Het kerkje lag in een gebied waar vooral rijkere Francofonen leefden, en waar de inboorlingen die mensen graag zagen komen. Van Allochtonen was toen nog geen sprake! Vlaanderen was nog een heel brave landstreek. En ach, waarom zouden die Walen geen mis in hun moedertaal mogen bijwonen? We waren toch geen beesten?
Op een bepaald moment moeten de paters dan ook besloten hebben missen te geven in het Frans, en die beslissing werd luid toegejuicht door de bevolking. Er waren immers voldoende en grotere kerken in de omgeving om Nederlandse missen bij te wonen.
Maar T.A.K. (Taal Aktie Komité) zag het anders toen dat aan hun flamingante oortjes kwam. En er werd een betoging gepland aan het kerkje. Jankerds uit het binnenland die zich eventjes gingen moeien in zaken waar ze geen benul van hadden. Zaken die onze welvaart in stand hielden. Die mijn stad deden opbloeien als een mooie roos. Van enige twist tussen Walen en Vlamingen was er bij ons nooit sprake geweest. Wij leefden in een perfect geïntegreerde duocultuur en wisten drommels goed waar onze welvaart vandaan kwam. Hoé gefrustreerd daar in het binnenland ook maar werd over gedacht. Ik denk dan ook dat er meer jaloersheid dan taalstrijd meespeelde in de zaak.
Wat mij betreft, ik was neutraal. Was als de meeste van mijn stadgenoten tweetalig en had met die francofonen dan ook helemaal geen probleem. Maar ik kon ergens wel begrijpen dat bepaalde heethoofden in het binnenland, misschien half en half of helemaal niét tweetalig, zich stoorden aan die toestand. Vooral ook omdat ze de klok wel hadden horen luiden, maar helemaal niet wisten waar de klepel hing. Omdat ze nooit deel hadden uitgemaakt van onze kleine gemeenschap. Omdat ze het niet begrepen. Of anders begrepen. Omdat ze vooral niet begrepen dat er geen probleem wàs! Alleen maar ongezonde heethoofdige en gefrustreerde bemoeizucht van hun kant. Maar goed, ik was tenslotte ook een Vlaming en bedekte die dwaling maar met de mantel der vaderlandsliefde.
Ze doen maar wat ze niet laten kunnen. De betoging was toegestaan en blijgezind trok ik op pad. Het was weer eens iets anders.
Toen kwam een tegenbetoging!
Toen ging het uit de hand lopen! Werden van beide zijden bommetjes en voetzoekers gegooid.
Toen kwam gelukkig ook de Rijkswacht ter hulp. Die had zich, toen de betoging bekend werd, voor alle zekerheid bescheiden op de achtergrond ter beschikking gehouden met een klein legertje gendarmes.
Het bleef niet bij voetzoekers. Het werden stenen, tomaten, eieren
Een paar ruiten gingen aan diggelen
De Rijkswacht reageerde met traangasgranaten! De straat werd een slagveld. En ik stond er middenin. Met betraande ogen vanwege het rokerige traangas dat de hele straat mistig maakte. Werd steeds woedender, net als mijn collegas. Niét woedend op de francofonen; niét op de T.A.K. leden. Woedend op de leeghoofdige jankerds en heethoofden aan beide zijden. Het allooi dat altijd klaar staat om mee boefje te gaan spelen in betogingen en er vooral voor te zorgen dat ze aan hun trekken komen met allerlei gewelddadigheden. Voor wie of wat wordt betoogd interesseert hen geen snars!
Een van die heethoofden gooide een rauw ei nét in het gezicht van de collega die naast me stond, en rende toen snel weg. We renden hem achterna. Mijn collega kreeg hem te pakken, en hief in blinde woede zijn matrak. Flits!!! De persfotografen stonden aan de kant en verkneukelden zich al op de foto van het jaar. Ik deed nog een vertwijfelde greep naar de matrak, maar was telaat. De slag kwam wel niet meer ter bestemming, maar de fotos waren er!
Het heethoofd werd zonder kleerscheuren geboeid en afgevoerd naar een combi. Maar ik vreesde het ergste, en inderdaad, de volgende dag stond de foto op alle voorpaginas. Maar helaas, natuurlijk geen foto van het heethoofd toen hij het ei gooide! Dàt stond bij de persfotografen onder de categorie Net Gemist! Veelzeggend voor de pers
Het artikel zélf berichtte nauwelijks over het T.A.K. Berichtte nauwelijks over de tegenbetogers. Neen! De politie was, nog maar eens, de grote schuldige! Miljoenen mensen lezen dagelijks de krant. Miljoenen mensen worden dagelijks geïndoctrineerd met verdraaide waarheden en tegen elke vorm van gezag! Is het dan te verwonderen dat we in een vogelvrij land beginnen te wonen?
Toen werd ik, nog steeds woedend en helemaal bezweet, wakker! Wél wetende dat de nachtmerrie niet reëel was, maar toch gedeeltelijk gebaseerd op zelf meegemaakte toestanden! En ik vroeg me af hoe de politie zich in de tegenwoordige tijd, met de toegenomen beknotting, moet voelen in dergelijke situaties! Want daar spelen, zéker nu, drie partijen in mee:
1. De politie, aan handen en voeten gebonden door onnozele beperkingen en wetten, maar opgefokt, aangevallen en belasterd door een stel heethoofden. Verteerd door machteloze woede. Het soort blinde woede waarin je inderdaad wel dingen zou doen waar je in normale omstandigheden niet eens zou durven aan denken. Woede die als een rode lap bij een stier voor je ogen komt, en je zinnen en daden gaat beheersen!
2. De betogers, aan geen enkele wet gebonden en zo vrij als vogeltjes. Door geen enkele hogere instantie gekortwiekt. En zéker niet geviseerd door de pers! De ordediensten uitdagen is een van hun leukste spelletjes. Probeer dàn maar kalm te blijven!
3. De pers, belust op sensatie, cameras in aanslag om vooral momentopnames te maken. Hun vizier staat niét gericht op de amokmakers, maar op de ordehandhavers. Om het minste foutje op de gevoelige plaat vast te leggen! Want daar valt sensatie uit te halen! Een ordehandhaver aan het kruis weten te nagelen brengt veel meer op dan als het zomaar een betogertje is die wat kattenkwaad uithaalt.
Die pers? Ach jongens! Die draaien gewoon hun kap naar de richting waar het meest sensatie uit te halen is! Zo herinner ik me een heel vriendelijke journalist die een reportage kwam maken over ons korps. Ook mij interviewde hij en nam enkele fotos. De volgende dag stond mijn foto in de krant, en een lovend artikel over het politiekorps. Alles netjes naar waarheid. Chapeau! Alles wat ik over mijn eigen taak had verteld stond er bijna woordelijk in. Niks verdraaid, niks overdreven! Dat was ik van de pers helemaal niet gewoon.
Een maand later huwde Jean Claude Vandamme te Knokke, en had ik de leiding over de ordediensten. Ik liet alles netjes afsluiten met naderafsluitingen zodat een en ander sereen kon verlopen, en voorzag voorwaar een ruimte, dicht bij de ingang van de kerk, voor de pers. Mochten ze me wel dankbaar voor zijn.
Toen die persruimte bijna was volgelopen met vrolijk taterende en gekkende journalisten ging ik even een kijkje nemen, en zag daar voorwaar ook de man die mij had geïnterviewd. Ik kon niet nalaten hem te feliciteren met zijn waarheidsgetrouwe verslag, maar nu was hij onder collegas, en dat waarheidsgetrouw bleek niet erg goed aan te slaan in dat kringetje! Ik zag best hoe een aantal wenkbrauwen omhoog gingen!
Hij was dan ook niet meer de vriendelijke man waarmee ik een maand geleden had gepraat! Hij antwoordde wat ontwijkend en zuur. Beschaamd in het overige gezelschap van zijn soort! Ze waren immers vooral belust in het belachelijk maken van de ordediensten. Hoopten dat een en ander in het honderd zou lopen. En dan komt daar de vijand plots een babbeltje maken met een van hen! Om je dood te schamen!!!
Tot slot, en wat die betogingen betreft: de amokmakers kunnen na afloop in alle vrijheid in de kroeg gaan opscheppen over hun heldendaden en daarmee is voor hen de kous af. De ordediensten zitten op dat ogenblik pietluttige rapporten te schrijven over elke handeling, elke beslissing die ze in fracties van seconden moesten nemen. Opdat geleerde koppen zich daar dan dagen of wekenlang met een vergrootglas kunnen over buigen om ook maar het geringste foutje te zoeken.
Dat noemt dan met gelijke wapens strijden! Wettige zelfverdediging: als je met een ei wordt aangevallen moet je maar met een ei terugvechten. De orde handhaven? Op dié manier? Kom nou!
Willy.
|