Eerste slaapliedje:
Enkele jaren geleden. Een leuk kroegje op de hoek van twee leuke straatjes. s Avonds wandelen er wat mensen rond, met of zonder hondje. Binnenin speelt zachte muziek en zit een toogkliekje onder mekaar te brabbelen als één grote familie. Wat jonge en oudere koppels zitten aan de ouderwetse tafeltjes gezellig te kouten. Het is een zwoele zomeravond, en de deur staat helemaal open om frisse lucht binnen, en de rook buiten te halen.
Een jaar later. Kroegje failliet. (Rookverbod!)
Nog een jaar later. Een zwoele zomeravond. Het leuke kroegje op de hoek van die twee leuke straatjes wordt nu uitgebaat door een Turk. En die leuke straatjes zijn zo leuk niet meer. Binnen de kroeg zit het stampvol. Maar je ziet er geen enkel blank gezicht. Buiten lopen al evenmin nog blanke wandelaars. Ze mijden dat hoekje als de pest, want het wordt omzwermd door allerlei vreemde wezens, die allerminst op eigen volk gelijken! Het lijkt wel een hele zwerm krioelende bijen op het voetpad. Zou daar misschien honing worden verhandeld? Of
iets heel anders en minder onschuldig?
Maar Vlaanderen slaapt. Vlaanderen ziet niks. Slaap kindeken slaap, daaarbuiten loopt een schaap
Tweede slaapliedje.
Enkele jaren geleden. Het kleine viswinkeltje was een van de drukstbeklante zaken van de stad. Iedereen wou daar zijn vis halen, want verser vond je ze bijna niet. Bovendien was de ontvangst altijd weer hartelijk en vriendelijk. Jammer genoeg was het in een drukke handelsstraat gelegen en ging de huishuur uit de pan swingen. Onbetaalbaar geworden voor een blanke handelaar!
Een jaar later. Winkeltje sluit wegens te hoge huishuur en verhuist naar een achterbuurt!
Een week later. Winkeltje weer open. Maar het is geen viswinkel meer. Het is een nachtwinkel nu, die ook bij dag open is!!! Achter de toonbank een
Marokkaan. Tiens
ik heb altijd gedacht dat nachtwinkels overdag niet mochten open zijn? Of geldt dat enkel voor blanke handelaars? Maar open of niét maakt weinig verschil want de klandizie is toch nihil. Je kunt immers al de straten beleggen met nachtwinkels, uitgebaat door een bont allegaartje van nationaliteiten.
Maar het winkeltje blijft maar open! Waar wordt van geleefd? Wie betaalt huishuur? Wie betaalt de belastingen? Wie doet de boekhouding? Waarom swingen nu al die bijkomende kosten de pan niet uit? Nog maar een witwasserijtje misschien? Nog maar eens klant bij een gewiekste boekhouder die de weg weet?
Maar Vlaanderen slaapt verder. Ziet niks. Slaap, Vlaanderen slaap
daarbuiten gaat je winst naar een schaap!
Derde slaapliedje.
Je wandelt op straat in een authentiek Vlaamse stad. Je verwacht Vlamingen te zien, desnoods Walen, maar neen hoor! Hoofddoekjes en kinderwagentjes vol bruine kopjes. Of op zijn minst blanken die heel vreemde talen spreken. Geen breiende vrouwen aan de voordeuren. Geen Vlaamse mannen op de bankjes in het park. Ook hiér weer een heel vreemde mengelmoes van culturen, religies, talen en rassen! Van intelligent of crimineel over halfgek naar helemaal geschift!
Slaap, Vlaanderen slaap! Daarbuiten loopt een schaap, Je vaderland is compleet om zeep, Maar dat interesseert je toch geen reet! Slaap, Vlaanderen slaap!
Zo kan ik nog wel doorgaan tot ik duizend en een verhaaltjes heb bijeengesprokkeld, maar wat baten kaars en bril, als de uil niet zienen wil?
Willy.
|