Toen ik nog naar de lagere school ging, vond ik onze leraren een soort tweede vaders, maar dan veel slimmer dan mijn echte vader. Telkens weer een nieuwe vader, die ons een jaar lang begeleidde en interessante dingen leerde, en het volgende jaar was het weer een andere om aan te wennen.
Die leraren kenden ons door en door. Kenden onze geestelijke capaciteiten. Kenden onze onhebbelijkheden. Wisten waar de vechtersbazen zaten. Wisten wie al dan niet meekon met de leerstof. Zagen ook wel of het niet mee kúnnen was, of niet mee willen. En wisten vooral in welk beroep elk van die pappenheimers het beste zou functioneren.
Zo zouden ze ook wel geweten hebben waar de ettertjes zaten, maar dit soort was er niet, om de eenvoudige reden dat het nog niet uitgevonden was. Er werd gelukkig nog niet bepamperd en verwend, en van inspraak van de ouders was nog geen sprake! De school was heer en meester en had maar één doel: volwassenen op de wereld zetten.
Met andere woorden: alle informatie die onze leraren over elk van ons hadden opgedaan was eigenlijk van onschatbare waarde om zich een beeld te vormen van onze persoonlijkheid. Maar helaas, die informatie ging gewoon verloren. We verlieten de school, nieuwe leerlingen namen onze plaats in, en onze info werd gewist uit het geheugen van de leraars om plaats te maken voor de nieuwe generatie.
Doodjammer! Want de twee kleuterjuffen en de zes leraren die ik op de lagere school had, wisten veel meer van mij, en van iedereen uit mijn klas, dan wie dan ook! Zonde om die info verloren te laten gaan!
Daar zou een officieel register voor moeten bestaan, waarin de info wordt vastgelegd terwijl ze nog vers is. En verzameld in een nationale database, net zoals het strafregister! Want is dat niet gek? Alles wat je ooit mispeuterde tegen de wet staat netjes in je strafregister en sleep je je hele leven mee.
Maar alles wat je goed of slecht deed, waar je voor geschikt bent, welke capaciteiten je hebt
dat laat men gewoon verloren gaan. Jawel: je puntenkaarten, diplomas en zo, dat blijft wel ergens geregistreerd. Maar zegt dat veel over je persoon? Kan dat niet in veel gevallen eerder misleidend zijn?
Als er echter een register zou bestaan, een soort CV register, waar elke kleuterjuf en elke leraar, na elk schooljaar zijn of haar algemene bevindingen over elk der leerlingen zou moeten op invullen, zouden we véél meer te weten komen over een bepaalde persoon. Zou je, als je solliciteert, niet zelf een ceeveetje uit de grond moeten stampen, maar je eigen geregistreerde CV opvragen en meenemen naar een sollicitatiegesprek of meesturen met een sollicitatiebrief.
En ik ben er van overtuigd dat dit soort CV, vooral dan aantonend wie je was vóór je zestiende jaar, véél meer info zou geven over je kwaliteiten en mogelijkheden, dan de eventuele diplomas die je later behaalde. Want kinderen zijn nog eerlijk. Tonen zich zoals ze zijn. Pas later komt daar de komedie en de schone schijn bij kijken. Pas later leren ze een masker opzetten om meer mogelijkheden in de wacht te kunnen slepen.
Hoe ik daar bij kom? Wel, ik ben eenenzeventig, en heb veel van mijn vroegere klasgenoten een groot stuk van mijn leven kunnen volgen. En wàt ze er later ook van bakten en hoeveel hogere studies er ook volgden, ik heb altijd weer kunnen vaststellen dat ze fundamenteel gebleven waren zoals ze toén waren. Al dan niet in een passend beroep.
Een jongetje dat altijd weer mooie tekeningetjes zat te maken, waarvoor ik hem heel erg bewonderde, werd binnenhuisarchitect.
Enkele ernstige en leergierige jongens studeerden door tot leraar.
Een brave, lompe maar domme krachtpatser werd bouwvakker.
Een vooruitziend, arm en jammer genoeg niet erg snugger jongetje, werd dan maar gemeentearbeider.
Al die mensen werden gelukkig! Deden gewoon waar ze aanleg voor hadden.
Maar helaas waren er ook anderen! Zoontjes van welstellende mensen. Niet erg snugger, maar van huis uit sterk aangespoord. Zo herinner ik me de zoon van een bierhandelaar. Niet erg intelligent maar thuis sterk overschat. En in alle gesprekken met hem kwam het naar boven: hij zou directeur worden van een grote brouwerij. Hij wàs het bijna al als je hem hoorde praten. Ik vroeg me af hoe hij dat zou klaarspelen met zijn toch bedroevend intelligentieniveau.
En neen! Hij speelde het niet klaar! Maar gelukkig waren zijn ouders bemiddeld genoeg om hem een kapperssalon te laten openen en hij werd dan maar haarkapper
Om den brode!
Of dit beroep hem lag weet ik niet. Ik denk van niet, want het kapsalon hield niet lang stand! Waar hij verder beland is weet ik niet, maar één ding is zeker: thuis was hij als kind zodanig opgejut geworden om hoge toppen te scoren, dat het hem waarschijnlijk heel zijn leven is blijven frustreren dat het niet lukte, en hij zichzelf een mislukkeling vond.
Tenslotte waren er de échte rijkeluiszoontjes! In bepaalde gevallen zo dom als wat, maar ze zouden en moesten hogere studies doen. Dat waren ze verplicht aan de status van de familie. Moet ik beschrijven hoe hún leven verliep?
O ja
met heel veel getouwtrek, gemanipuleer en gepush wérden ze dokter, tandarts, apotheker of advocaat. Maar vermits ze totaal niet in die beroepen pasten, ben ik ervan overtuigd dat ze, ondanks goede verdiensten, een heel ongelukkig leven moesten leiden. Arme kerels! Maar vooral: arme gemeenschap als ze enkel bij dat soort terecht kan voor bepaalde problemen!
En zoals ik al die jongens heb gekend, kenden de leraren ze nog beter! Als al die info bewaard was gebleven in een nationaal register, dan zou onze maatschappij nu stukken beter hebben kunnen functioneren!
Zouden overal de juiste mensen op de juiste plaatsen zitten.
Zou er zelfs intelligentie aanwezig zijn in de Wetstraat.
Zou ons land geen multicultuur uit de grond hebben moeten stampen om de industrie draaiende te houden.
Ach wat! Ik ben weeral aan het dagdromen! Wat ik hierboven voorstel zal nooit gebeuren, want dan zou de naakte mens bovenkomen! In dokters- en advocatenpraktijken
in de Wetstraat
in de gemeentepolitiek
op hoge en flink overbetaalde jobkens. En dat mag dus niet!
Waar zou al dat gespuis, dat die plaatsen momenteel bezet, dan nog aan zijn trekken kunnen komen?
De straten vegen?
Kom nou!
Willy.
|