aan de overkant! Letterlijk dan wel, want gisterennamiddag hebben we, profiterend van de stralende zon, even de overkant van de Oostendse havengeul met een bezoek vereerd.
Een ongerept stukje duin
een gezellige houten barak die als kantine van een zeilclub dienst doet, maar waar iedereen welkom is. Tafeltjes en stoeltjes zomaar in het zand rond de barak. Een hete zon en een koele blonde Leffe. Wat wil je nog meer?
Het leek wel een tafereeltje van de stranden zoals ik ze na de tweede wereldoorlog heb gekend. Niets super de luxe. Niets eenentwintigste eeuws. Geen bla bla. De zee en de duinen van vroeger. Met hier en daar wat kleine havengebonden industrietjes, de vismijn en de vuurtoren.
Een paar meeuwen zitten te krijsen op een verouderde en vereenzaamde houten slipway. Een lenige zwarte kater sluipt geniepig door het helmgras, met één lonkend oog op de meeuwen en het andere op Chico. Chico gromt. De kater blaast. De zon straalt. Een zeebriesje aait mijn gezicht. Ergens toetert een binnenvarend schip. De frisse Leffe doet zijn werk. Ik sluit mijn ogen en laat de zee- en havengebonden geluiden over me heen waaien als een frisse wind. Wat kan het leven toch mooi zijn! En ik vraag me af: hoe lang nog? Hoe lang nog alvorens ook dit gebiedje helemaal wordt gemoderniseerd? Ik zag het ook allemaal gebeuren in Knokke! Prachtige duingebieden werden chique villawijken. Oud moest wijken voor nieuw. Waar ooit de autochtone bevolking mosselen ging trekken en krabben vangen op de strandhoofden, liggen nu duizenden zonnebaders. Ach ja
voorbij! Moderne tijden. Normaal, maar toch spijtig.
En mijn gedachten gaan op de loop. Dit hier zou nu écht de gepaste locatie zijn waar Ernest Hemingway zijn De oude man en de zee had kunnen schrijven.
Een paar toeristen stappen de afgebakende zandvlakte die als terras dienst doet binnen. Mijn dromen vervliegen en ik bekijk en taxeer de nieuwkomers. Hm. De goede soort. Geen blabla.
Want ja, natuurlijk waren ze er ook
wandelende en fietsende toeristen. Toeristen van het betere soort. Toeristen die ook een hekel hebben aan het blasé gejoel op de (zeg maar uitgebuite) gedeelten van de Zeedijk. Toeristen die rustige en authentieke plekjes zoeken en ook vinden. Gelukkig maar dat die er nog zijn voor wie de moeite doet te zoeken.
En moet ik nou nét mijn camera thuis hebben laten liggen! Maar gelukkig had iemand een Iphone om een kiekje te maken van mij en de hond, en me die in één adem door ook door te mailen. Wel niet erg scherp, maar voor mij toch een mooie herinnering aan een mooie dag.
Waar dat paradijsje ligt? Aan de overzijde, de oostkant dus, van de haven - ingang. Om er vanaf de Oostendse Zeedijk en kaai te komen kun je een vijftal kilometer omrijden, maar sinds verleden jaar is er ook een doorlopende overzetdienst die je vanaf het toeristisch centrum, dicht bij de vistrap, naar de andere kant van de haven vaart. Gratis! Het is trouwens maar een boottochtje van amper drie minuten op een comfortabel scheepje dat plaats biedt aan vijftig man en een tiental fietsen. De boottocht duurt trouwens korter dan het in- en uitladen.
Het ding vaart continu heen en weer, zodat je nooit lang hoeft aan te schuiven. Maar toch staat er, ondanks het snel heen en weer varen, toch altijd weer een behoorlijke file te wachten.
Ik moet ook eerlijk bekennen: ik was daar nog nooit geweest. Aan die Oosteroever bedoel ik. Werd er nieuwsgierig naar door een bevriende kennis, die de zaken zowat beheert in de kantine van dit jachtclubje. Maar ik zal er zéker meer komen nu ik dat boeiende gebied een beetje heb leren kennen. Er valt zéker nog veel te ontdekken.
En kijk, eigenlijk had ik gisteren geen stukje klaar voor vandaag. Was ook niet van plan er eentje te schrijven. Veel te mooi weer! Bovendien: als het bier is in de man
En er zàt wel flink wat bier in onze maag toen we doodmoe thuiskwamen.
Maar terwijl de herinnering nog levendig was, besloot ik er toch maar wat over te schrijven.
Willy.
|