Toen we in 1971 op vakantie gingen in Tunesië en met Tunesiërs in contact kwamen viel het ons op hoe dikwijls de vraag viel:
- Zijn jullie kapitalisten?
De vraag werd gretig gesteld. Likkebaardend bijna. Je zag onbestemde verlangens naar betere werelden in de ogen van je gesprekspartners. Ze dachten echt wel dat wij alles gratis kregen, niet hoefden te werken, zomaar jaar in jaar uit op vakantie konden
en ze benijdden ons. Zou je ook niet als je het met dergelijke ogen bekijkt?
En toch blijf ik Tunesiërs als het intelligentste volk van Noord Afrika zien. Maar hun wereld was, in vergelijking met die van ons, traag. Supertraag! Geen gejaag, geen time is money mentaliteit. God schept de dag en moeder de soep was meer de algemene regel. Tijd was eerder synoniem van tijdloosheid. De wereld was er blijkbaar eeuwenlang blijven stilstaan. Het is heel normaal dat de verdiensten er dan ook navenant waren!
Een typisch voorbeeld daarvan ondervond ik vooral na een week: het had plots eens een hele dag geregend. Een stroom kruiste een belangrijke doorgangsweg. Die stroom bestond eigenlijk over een verlaging van het landschap en de weg liep gewoon door over de droge bodem. Maar na die regen stond er eventjes water in de stroom. De weg was dus voor enkele dagen onderbroken.
Geen probleem! De eerste dag stonden aan weerszijden van de stroom een twintigtal autos, voornamelijk vrachtwagens, geduldig te wachten. Na een tweetal dagen waren dat er een paar honderd. De chauffeurs zaten gewoon in de auto, of langs de kant van de weg, te wachten tot het water zou opgedroogd zijn! Personenwagens zaten er niet meer tussen. Die waren weer naar huis gereden om betere tijden af te wachten voor hun trip.
Eén dag? Vijf dagen? Ach wat
Wie zou zich dààr druk om maken in een tijdloze wereld? Een vracht die op tijd moest aankomen bij de bestemmeling? Op tijd? Wat is tijd? Ook hun zo begeerde schip van de woestijn, de dromedaris, is op geen enkele manier op te jagen. Loopt stoïcijns zijn gangetje en trekt zich nergens iets van aan. Reageert nét als zijn baasjes.
En enkele weken later land je weer in Zaventem, je stapt in je auto en rijdt de autoweg op. Eventjes sta je perplex! Wàt een mierennest! Waar rijden al die mensen heen? Waar komen ze allemaal vandaan? Is het eind van de wereld misschien in zicht en is iedereen op de vlucht? Vanwaar die haast? Het vergt echt wel enige tijd alvorens je weer aan ons tempo went.
Rond ongeveer dezelfde tijd kwamen de eerste Moslims hier hun geluk zoeken, het (sterk vertekend) voorbeeld van de toeristen indachtig en vastbesloten even welvarend te worden. In de verste verte niet vermoedend wat je daar wel moet voor doen! De regering zag ze graag komen, want de industrie had behoefte aan arbeidskrachten. Vergat dat ook de Belg arbeidskrachtig kan zijn als hij niet wordt verwend. Maar ja
niet verwennen betekent niet verkozen worden, en dat konden ze dus niet maken.
En de Belg verwelkomde die vreemdelingen even hartelijk als hij vroeger met de Italianen en Spanjaarden had gedaan:
- Kijk eens wat wij allemaal hebben verwezenlijkt! Nu moeten jullie daar ook maar rustig van genieten! Het is jullie gegund. Vergeet de armoede maar in jullie apenlanden.
We zijn veertig jaar verder, en nu verwelkomen de Moslims ons:
- Kijk eens wat WIJ van jullie land hebben gemaakt! Is het niet heerlijk hier te wonen? Dat hebben jullie allemaal aan ONS te danken. WIJ maakten jullie apenland groot!
Door deze en dergelijke uitspraken worden wij wrevelig, om niet te zeggen pisnijdig! Worden we inderdaad racistisch gemaakt. Vooral als we de vele voordelen zien die de Moslims krijgen van de regering.Voordelen, met gulle hand geschonken door Sinterklaasregeringen, maar wél met ons belastingsgeld.
En dan springen mijn gedachten even over naar Minister Dronkenlap, die net begraven is. Van de doden niets dan goed, en de Walen prijzen hem dus de hemel in. Ik weet trouwens niet of de hemel hem erg zou kunnen bekoren, tenzij ze daar een alcoholvergunning hebben en je niet in het zakje hoeft te blazen.
Maar als je de (erg kortzichtige) commentaren van die Walen hoort, dan hielp hij inderdaad iedereen. Niemand blijkt met lege handen te zijn buitengekomen uit zijn kabinet. Een gulle gever dus! MAAR MET WIENS GELD? Zou hij persoonlijk één eurocent armer geworden zijn door zijn milde giften? Zou hij er ooit één biertje minder hebben moeten voor drinken?
HIJ niet! De belastingbetaler wél!
Dàt? Een weldoener? Tja, dan kan iedereen wel weldoener zijn als het met andermans geld gebeurt! Zo zie je maar hoe je in dit land Minister kunt worden! Charmeren en geven. Maar vooral niet met je eigen geld! Liever de staatskas plunderen dan maar!
Sinterklazen? Ach zwijg stil! Geef mij maar de zwarte Pieten!
Willy.
|