Vroeger heette het roddelwijven, maar tegenwoordig kun je het, met veel goede wil en wat beschaafder, telefoondames noemen
om niet te moeten zeggen belwijven. Sorry voor het lelijke woord wijf, maar wie me kent weet dat ik een duidelijk onderscheid maak tussen dames, vrouwen, en wijven! En voor de categorie waaronder ik ze rangschik is de vrouw in kwestie zélf verantwoordelijk. Dus: Honni soit qui mal y pense! Er zijn dus duidelijk meer dan twee geslachten! Met dames en vrouwen heb ik geen probleem. Met wijven des te meer!
En zo heeft mijn lieve echtenote er nu ook nog maar eens zo eentje aan haar fiets hangen! Dagelijks telefoontjes. Ze zouden urenlang kunnen duren, maar mijn vrouw beperkt zich meestal tot hoogstens een kwartier. En dan moet ze nog een goede smoes bedenken om er van af te geraken!
Maar ach, het is toch zon hulpbehoevend wijfje! Heeft zoveel problemen gekend in haar leven. En daar wil ze over berichten aan wie ook maar luisteren wilt! Ik luister soms ook mee met een half oor, maar dan vertaal ik wel alles wat ze zegt in naakte realiteit! En die realiteit is, in korte woorden: wat je zoekt zul je altijd vinden! Meer moet ik daar niet over kwijt zeker?
Ongehoord, dergelijke telefoontjes! Maar wél ergens relaxerend, want je hoeft alleen maar te luisteren. Niet eens iets terug te zeggen. Ze luisteren toch niet aan de andere kant. Willen enkel maar zichzelf horen praten en vooral
klagen! Je kunt dus evengoed rustig de telefoon ergens neerleggen, je werk verderzetten, en af en toe eens ja of neen komen zeggen om de illusie te wekken dat je er nog bent en aandachtig naar die nonsens luistert. Meer verwachten ze toch niet. Als ze zelf maar kunnen tateren. Soms vraag ik me af waarom ze dan niet gewoon tegen de telefoon praten zonder een nummer te draaien! Dan storen ze tenminste niemand. Of is dit laatste juist de bedoeling?
Ze hebben trouwens ook de helft teveel betaald voor hun telefoon of GSM. Ze hebben alleen maar het zendgedeelte nodig. Het ontvangstgedeelte is er eigenlijk teveel aan want ze luisteren toch niet! Zéker niet als het goede raad is. Morgen doen ze weer nét hun ding zoals ze het vandaag deden en zoals het hen steeds dieper in de miserie helpt. Ze lijken wel te smeken om raad, maar als je die dan geeft luisteren ze niet!
Soms lijkt het me toe of de hele wereld babbelt maar aan, maar dat geen mens ter wereld luistert!
Vroeger stonden dergelijke wijven aan hun deur in het zonnetje. Iedereen die voorbijkwam aanklampend. En soms slaagden ze er wel in om met een interessante nieuwe roddel een heel groepje samen te krijgen op de stoep. Sociaal contact noemde dat dan. En eigenlijk was het dat ook wel. Nu gaat dat allemaal elektronisch via de telefoon. Zo blijft tenminste nog de stoep vrij.
Ik zou er geen probleem mee hebben, ware het niet dat dergelijke belsters zich absoluut niet afvragen of je wel tijd hebt voor hen. Makkelijk toch, als je van op afstand niet ziet wat de opgebelde aan het doen is? En bovendien heeft dat soort wijven zelf niets anders te doen! Wat zou een ander dan wel te doen kunnen hebben? Zijzelf maken geen eten
hoeven niet te stofzuigen of ramen te zemen. Laten Gods water over Gods akkers vloeien en staan er helemaal niet bij stil op welk uur ze bellen, en in welke bezigheden ze de ander storen. Zijzelf hebben immers geen andere bezigheden dan bellen. Dus, waarom niet? Soms, als mijn vrouw niet thuis is, neem ik de telefoon aan! Had ik dat maar niet gedaan! Want ik raak er al evemin vanaf, tenzij ik heel grof zou worden en dat wil ik nu eenmaal ook niet.
Bijgevolg, als je destijds, met héél veel moeite, roddelwijven die aan hun voordeur een potentieel slachtoffer stonden af te wachten nog sociaal kon noemen, dan weet ik écht niet wat er nog sociaal te noemen valt aan een hartelijke telefoonroddel! Maar de moderne technologie schopte het nog een stap verder! Nu is er de GSM! Nu hoef je niet eens meer thuis te blijven voor een lekkere telefoonroddel. Doodleuk langs de straat, in de auto of in de winkel dan maar! Je loopt honderden mensen voorbij die je niet eens ziet, laat staan dat je ermee babbelt! Neen hoor! Je babbelt veel beter in je speeltje. Dan zié je tenminte niet dat je gesprekspartner héél erg verveeld kijkt en wanhopig een uitweg zoekt.
Tja, de moderne technologie speelt toch wel héél erg in de kaart van de onbenulligen! Bell, de uitvinder van de telefoon, zou zich waarschijnlijk omkeren in zijn graf! Hij meende een nuttig instrument te hebben gemaakt voor zakelijke gesprekken en dringende mededelingen, maar hield noch min noch meer dan een roddelfoon boven de doopfont! Zaken kunnen wachten! Roddels eerst.
Enfin, zo lang het nog allemaal privé is kan ik er wel mee overweg. Als bepaalde mensen nood hebben aan een babbel of klaagzang, en iemand wilt zich opofferen als luisterend oor, voor mij geen probleem, zo lang ik maar die iemand niet ben.
Maar veel erger is het gesteld in staats- en stadsdiensten! Want daar werk je soms tegen de klok in om iets klaar te krijgen, en dan krijg je zon roddelwijf aan de lijn. Ze heeft een piepklein probleempje dat je zó kunt oplossen
maar alvorens je dat probleempje aan de weet komt moet je wél naar een heel, en vooral ellendig droevig levensverhaal luisteren! Al de operaties die ze heeft ondergaan meebeleven! Al de pijn voelen! Al de venten die haar bedrogen hebben leren kennen! En voor je het weet ben je een half uur van je kostbare tijd kwijt! Afschepen kan niet zomaar, want dan worden weer boze brieven geschreven naar je oversten! Al te vriendelijk zijn evenmin, want dan heb je ze dagelijks aan je fiets hangen met nieuwe gezochte probleempjes.
Ach wat ben ik blij dat voor mij die tijd voorbij is! Laat ze maar roddelen, maar dan liefst onder elkaar en met gelijkgestemden!
Willy.
|