Geput uit de ervaringen die ik 72 jaar lang in mijn omgeving heb mogen meemaken:
Vrouwen?
Op hun twintigste zijn ze toch zo lief voor de mannen, dat die hen niet kunnen weerstaan!
Op hun dertigste zijn ze toch zo lief voor hun kinderen, dat hun man er vergeten en ontmand bijloopt.
Op hun veertigste zijn ze toch zo lief voor vreemde mannen vanwege de aandacht die ze daar krijgen.
Op hun vijftigste zijn ze toch zo lief voor de kleinkinderen, zodat hun man alweer geen aandacht krijgt.
Op hun zestigste sterft hun ontmande man aan stress en vervlogen illusies.
Op hun zeventigste ontdekken ze eindelijk dat ze ook ooit de onverdeelde aandacht van een man hadden! En dat ze die man al die tijd als een noodzakelijk kwaad hebben beschouwd breekt hen nu zuur op. De aandacht van vreemde mannen is zoek. Kinderen en kleinkinderen zien ze nog maar weinig, tenzij de geldkraan wijd open blijft staan. Wat, met een karig pensioentje, zelden het geval is!
Op hun tachtigste worden ze sjagrijnig. Want dan gaan ze eindelijk beseffen dat ze de blijvende aandacht, die ze hun hele leven zochten, alleen maar hadden kunnen behouden als ze diezelfde aandacht aan hun man hadden blijven schenken.
Gelukkig zijn er uitzonderingen met een logischer denkpatroon, maar die zijn heel dunnetjes gezaaid!
Willy.
|