Zonderhaatstraat.(2)
Ik kwam toch weeral zon ZONDERHAATSTRAAT naambordje tegen zeker? Bleef nog een half uurtje in de omgeving hangen in de hoop dat iemand zou binnen- of buitengaan, zodat ik enig idee had over de nationaliteit van die arme onder haat gebukt gaande mensen. Maar ijdele hoop!
Het bordje hing daar eenzaam te verkommeren vóór de groezelige gordijnen die me al evenmin een blik naar binnen gunden. Een fikse Belgische regenbui dreef me tenslotte verder zonder antwoord op mijn prangende vraag.
In gedachten telde ik dan maar de jaren achteruit in de hoop enig licht op die mysterieuze duisternis te werpen. Wanneer hadden die borden hun intrede gedaan? Blijkbaar voelde ik me aangesproken door het fenomeen, want wat als ik zelf zon hater was? Ik zou me niet erg lekker voelen, en moeten proberen daar iets aan te doen.
Psychologische hulp zoeken misschien? Een nieuwe ziekte aankaarten: Het Zonderhaatstraatsyndroom?
Oké, even in gedachten het verleden ingedoken.
De sixtees: Poolse en Italiaanse gastarbeiders stroomden binnen en vestigden zich hier. Werden hartelijk onthaald, pasten zich wonderwel aan en waren dankbaar voor de geboden werkgelegenheid.
De seventies: idem met de Spanjaarden. Olé! Ons landje kon er maar kleur- en klankrijker bij worden. Gretig ook probeerden we de Spaanse restaurantjes en genoten van de roffelende flamenco gitaarklanken en de vrolijk kletterende castagnetten.
Tussen de regels door waren ook al Hongaren binnengestroomd als gevolg van de hevige onlusten in hun land. Geen probleem jongens, hier zitten jullie veilig. We delen onze hoorn des overvloeds ook graag met jullie, maar vragen in ruil wél dat jullie hier werken. En dat deden ze ook.
En er kwamen Chinezen
leerden ons de lekkere chinese keuken kennen. Een meerwaarde voor onze cultuur. Ze bleven zich wel wat afzijdig houden, maar trokken hun plan en waren een zeldzaam verschijnsel bij het OCMW.
Er volgden Indiërs. Tamils of Hindoes
toeternietoe. Ze behielden hun geloof, profiteerden niet, en leefden in hun eigen wereldje, dat wij gewoon respecteerden.
Ook negers begonnen binnen te stromen. Maakten we problemen? Neen! We staken de hand in eigen borst en bekenden ootmoedig dat wij ooit ook heel duchtig hadden geprofiteerd van de rijkdommen van hún land. En ook die negers maakten weinig problemen met hun gastheren.
Zonderhaatstraten? Jawel hoor! Dat waren àlle straten, en niemand zou het in zijn hoofd gehaald hebben dit met zon bordje extra te moeten benadrukken. Méthaatstraten bestonden namelijk nog niet.
En dan
kwam Noord Afrika overgespoeld
Met Tunesië in de voorlinie, maar ook dié vonden we aardige, vriendelijke lui. En tot op heden blijf ik dat vinden. Islam? Geen probleem jongens
godsdienstvrijheid staat in onze grondwet. Doe maar wat jullie denken te moeten doen. En dat deden ze ook, bescheiden en als welkome gasten.
En dan plots, alsof een spoelbak werd doorgetrokken, stroomde de rest van Noord Afrika mee. Oei! Was dàt even schrikken! De rollen werden prompt omgekeerd. Dat waren geen gasten meer
dat waren eisers! Zij moesten zich niet aanpassen aan ons, wij moesten dat doen aan hen!
Ze vonden ook onmiddellijk broodwinning: bij de OCMWs en de Sint Ticaten! Die gooiden hun deuren gretig wagenwijd open. En het gaf niet dat Sint Ticaat tot een ander geloof behoorde! Zo lang zijn zak maar vol bleef en hij hem met kwistige hand bleef uitstrooien over al dan niet gesluierde hoofden.
En tot overmaat van ramp: onze politici speelden het spelletje mee. De geschiedenis herhaalde zich! Hadden ze het spelletje van mijn naam is haas en ik weet nergens van ook niet gespeeld toen de tweede wereldoorlog dreigde uit te breken? En hadden ze kort daarna niet het hazenpad gekozen naar Engeland, hun geliefde volk overleverend aan de bezetter? En erger nog: toen de laatste sirene enkel nog het All clear liet horen, keerden ze terug en wisten het nog te maken dat de enige man die niét was gevlucht, met name de koning, als landverrader werd afgezet!!! Je moet het maar kunnen wijsmaken aan het gepeupel.
En aldus denkend naderde ik de waarheid en moest ik me niet langer afvragen wie die haat in de straat had veroorzaakt: diegenen die nu die bordjes aan hun raam hangen.
Probleem opgelost. Een pak van mijn hart. Ik hoef niet mea culpa te zeggen.
Willy
|