Interesse.
Interesse en nieuwsgierigheid zijn zowat de beste investeringen die je kunt doen in je eigen ontwikkelingsproces. Minstens even belangrijk als de schoolwijsheid is datgene wat je leert over alles wat in je omgeving gebeurt.
De straat kan soms een bron van wijsheid, inspiratie en leerstof zijn. Je leert er zowat alles over het gedrag van de mensen.
Gewoon geïnteresseerd observeren wat andere mensen zeggen en doen, en vooral ook nieuwsgierig zijn naar de gevolgen van deze daden of woorden.
Als in gesprekken een woord voorkomt dat je niet begrijpt, niet doen alsof je daar wél alles over weet, maar meer uitleg vragen! Niemand zal je belachelijk vinden als je een vraag stelt. Integendeel, iedereen is blij dat hij iets weet dat een ander niet wist en zal het je met veel plezier uitleggen. Tenminste
als hij zélf weet waarover hij praat. En dat is niet altijd het geval.
Domme vragen bestaan niet. Enkel maar domme antwoorden. En je kunt er donder op zeggen dat, als je een ontwijkend antwoord krijgt op zon vraag, of als je vraag in het belachelijke wordt getrokken, dat de ander zélf niet wist waarover hij aan het praten was. Hij gebruikte dat bepaalde woord in dit geval alleen maar omdat hij het ook ergens had opgevangen en het hem geleerd overkomt.
Maar helaas
hij was niét zo intelligent geweest als jij, om uitleg te vragen toen hij het woord opving.
Men denkt soms al te vlug: Leren? Dat is iets voor op school. En ja, men gaat naar school, men leert er van alles en nog wat, en komt uiteindelijk met een diploma buiten.
Proficiat! Nu kun je eindelijk meedraaien in een maatschappij die dat soort papiertjes vraagt om een idee te hebben van je kennis. Je inspanningen worden eindelijk beloond.
Maar wàt heeft men uiteindelijk geleerd? Een beetje dit, een beetje dat, veel van het een, minder van het ander
veel nuttige theorie, maar zo goed als niks over de dagelijkse praktijk van het leven.
Maar goed, het zijn allemaal zaken die je ooit in je leven kunt nodig hebben. En als je een formule ondertussen vergeten bent, dan weet je toch minstens waar je ze kunt terugvinden.
Mààr! Dat hele leerproces heeft ook een bijwerking: je wordt afgeleid van wat er in het leven zelf te leren valt. Je staat er niet bij stil dat soms, in een domme handeling of uitspraak van een buur of vriend, wel degelijk stof tot nadenken zit, én een levensles. Ja, zélfs soms in de oppervlakkige gesprekken aan de toog!
Je ziet mensen domme dingen doen
maar je staat er niet verder bij stil. Nochtans had je ook van dié fouten iets kunnen leren.
Als je bewust je omgeving observeert leer je heel veel over het leven zelf. Leer je heel veel dingen te vermijden omdat je hebt kunnen vaststellen dat ze tot problemen leiden.
Je leert ook conclusies trekken uit fouten uit het verleden; zowel uit je eigen verleden als uit dat van anderen, en vooral
uit de geschiedenis van de mens.
Spijtig dat zo weinig mensen dit lijken te doen. Het is minstens even belangrijk als de leerstof op school.
Er komt een schilder of behanger in de ouderlijke woning. Wees nieuwsgierig. Kijk naar die vent. Vraag hem honderduit over wat hij doet en hoé hij het doet. Je weet nooit dat die kennis je eens van pas komt, als je voor de keuze staat: zélf doen of veel geld betalen om het een ander te laten doen.
Bovendien: wat je zelf doet doe je altijd beter. Je doet het immers voor jezelf en niemand dan jij weet beter wat je precies wilt!
Ik ben er mijn hele leven van uit gegaan dat ik net als de bakker, de schilder of de mekanieker, twee handen en een hoofd heb. Wat die mensen dus ook maar maken of herstellen, ik moet dat ook kunnen. En ja, op de duur kun je het: door vragen, proberen, experimenteren
Een goede uitgangsstelling daarvoor is jezelf voor te houden dat niets onmogelijk is als blijkt dat een ander het kan.
Natuurlijk zijn er grenzen. De vakman, die in zijn leven al duizenden vierkante meters heeft geschilderd, zal het altijd wel iéts beter doen dan jijzelf, of toch minstens veel sneller.
De elektrieker kent bepaalde formules die hem de juiste diameter van leiding doen kiezen en de juiste waarde van de zekeringen. Wil je daar zelf iets in doen, dan zul je toch wat basisbeginselen over de materie moeten leren, ofwel blijf je er af.
En dat is dan weer zoiets dat je al doende leert: weten waar je, zonder de nodige basiskennis, beter afblijft.
Loopt iets hopeloos mis, dan nog was het geen verloren moeite, want weer heb je iets geleerd over waar je grenzen liggen. Tegenslagen bestaan eigenlijk niet, want ze maken net als al de rest deel uit van je leerproces.
Maar
wanneer stopt dat leerproces dan? Wanneer ben je volleerd?
Dit is nu juist het punt waar de grootste fouten worden gemaakt: de intellectueel denkt nogal dikwijls: Van zodra ik mijn diploma behaalde. En inderdaad, bij zulke mensen stopt het leerproces ook op dat moment.
Zelf ben ik dicht bij de 70, en nog dagelijks leer ik bij. Als ik iets niet weet of begrijp vind ik het nog altijd de moeite me in de stof te verdiepen en beleef ik daar veel plezier aan.
Met andere woorden: je leerproces stopt wanneer jij dat zelf wilt. Maar het zou van heel grote domheid getuigen daar zelf ooit een punt achter te zetten.
En dus is het antwoord op de vraag wanneer je leerperiode stopt: NOOIT, tenzij jijzelf daar (uit zelfoverschatting?) moedwillig een punt achter zet. Maar dan ben je een beklagenswaardig individu.
Willy.
|