Sporen verdienen?
Wie tegenwoordig zijn sporen wil verdienen in welke overheidsbranche dan ook (en dat willen ze allemaal), heeft het wel erg gemakkelijk: gewoon kijken wat in jouw branche de trend is, meehuilen met de wolven in het bos, en zo mogelijk nog wat overdrijven. Hoef je niets voor te kunnen! Werkt altijd! Of het ook goed is
dat laat ik in het midden. Daar hoef je je trouwens geen zorgen over te maken: als de trend gezet is zàl het aanvaard worden.
Laten we ter verduidelijking nog even terugkeren naar de branche verkeer (dat nu eenmaal mijn branche is of was
).
Snelheidsbeperkingen op gewone- en autowegen waren er vóór de jaren 70 totaal niet, tenzij ergens op gevaarlijke plaatsen. In bebouwde kommen besliste het gemeentebestuur zélf om snelheidsbeperkingen al dan niet toe te passen.
Het was niet goed! Het leek soms wel een jungle en de ongevallencijfers stegen jaar na jaar. De rijstijl van de gemiddelde Belg was zondermeer roekeloos!
Het goede nieuws was dan weer dat gezond verstand nog niet was uitgeroeid op het moment dat de wetgever vond dat het nu welletjes was.
Op korte tijd werd de snelheid op autowegen naar 120 maximum gebracht, op andere wegen 90, en in afgebakende bebouwde kommen 50.
En dàt, dat was pas echt goed! Mocht nog eeuwen zo blijven.
Behoudens voor het afbakenen van de bebouwde kom waren er geen extra verkeerstekens nodig: het verkeersreglement vertelde je precies op welk soort weg je 120, 90 of 50 mocht, naar gelang het aantal rijstroken en het al dan niet aanwezig zijn van een middenberm. De logica zélf, en een enorme besparing aan verkeersborden. En vooral: alle twijfel uitgesloten.
Het werkte perfect. Het was logisch, niet voor twijfel vatbaar, het raakte niet aan onze economie omdat de breedte van de wegen ook perfect op die snelheden was afgestemd. En iedereen kon zich er in vinden.
Werknemers kwamen geen uren te laat wegens file
vrachten werden netjes op tijd afgeleverd
vrachtrijders konden tot op de minuut berekenen hoe laat ze ergens zouden zijn
Maar het was té perfect. Want alles wat perfect is moet hoognodig worden nageäapt en verbeterd. Want anderen wilden ook hun sporen verdienen en op datzelfde paard klimmen. Dat dit paard al heel goed liep op die manier maakte hen niet uit. Prestatiedrang was de drijfveer, en gezien het vertragen van het verkeer zoveel succes kende, gingen ze het telkens weer tot eigen glorie nog maar eens vertragen
en nog eens en nog eens
Telkens weer kwamen nieuwe afgestudeerde verkeersspecialisten verder aan het al lang afgezaagde been knagen. Traag, trager, traagst was de enige zaligmakende formule om jezelf belangrijk te maken in deze wereld als je te dom was om enige zinnige inbreng te leveren.
Als dat been op diezelfde manier verder wordt afgeknaagd hebben die sukkelaars weldra nog maar een paar kilometer per uur over om aan te vreten. En dan? Pleiten voor stilstaand verkeer?
Ik had verleden week toch weer een binnenpretje toen die Touring-man kwam vertellen dat we ook buiten de bebouwde kom eigenlijk nog maar 50 zouden mogen rijden.
Het jochie dat dit nieuwe evangelie kwam verkondigen wist het voorwaar nog te maken zich te laten filmen bij een rechte, eenzame weg, waar een bord 50 stond. Toppunt van kinderlijke dwaasheid natuurlijk, want hij bewees er alleen maar zijn ongelijk bij!
Want hij moest zélf toegeven: Ja
hiér is die 50 natuurlijk absurd
Slik! Wat kwam hij daar dan doen en wat wou hij nu eigenlijk verkondigen of bewijzen?
Snelheidsbeperking is van oudsher een recht van de wegbeheerder (gemeente of staat)
tenzij de wetgever (parlement) er zich mee bemoeit en de wegbeheerder bepaalde nationaal geldende verplichtingen oplegt.
Een probleem is er dus niet, want elke wegbeheerder kan, als hij een traject gevaarlijk vindt, daar een snelheidsbeperking naar keuze instellen. En voor zover ik weet hoeven open deuren niet te worden ingetrapt. Of toch?
Wat ik met dit verhaal bedoel is het volgende: onze maatschappij wordt verpest door de ontelbare visjes die, luid schreeuwend dat ze presteren, eigenlijk gemakshalve maar met de stroom meezwemmen. Ze beseffen echter niet dat de enige vis die met de stroom meezwemt een dooie vis is! Dood zijn die lui dan wel nog niet helemaal
Alleen maar hersendood.
Pas als je het aandurft tégen de stroom in te zwemmen kun je origineel uit de hoek komen en écht werkende oplossingen bedenken. Kun je dat niet, blijf er dan met de pollekens van af.
Na die eerste drastische snelheidsbeperkingen in de zeventiger jaren werd het verkeer in België een goed geoliede, vlot lopende machine.
En mijn ervaring is: als iets goed werkt
lààt het werken en blijf er af. Vervang nooit een winnend elftal !!! Tenzij natuurlijk als je er echt op staat te verliezen. En dat zijn we met zijn allen, zowel in verkeer als in ontelbare andere zaken, aan het doen! De meesten onder ons beseffen het echter nog niet.
Willy.
|