Op een van die studiedagen waarvan je denkt veel te leren, leerde een gastspreker ons ooit over hoe je best kunt spreken voor een publiek.
Het eerste waarop hij hamerde was: Nooit moraliserend gaan praten! Dat verveelt, wordt als saai ervaren, en je bereikt er niets mee! Niét bij volwassenen en nog minder bij kinderen!
Ik luisterde aandachtig, want ergens voelde ik me aangesproken: ikzelf ga inderdaad nogal gauw gaan moraliseren en dat leek meestal wel aan te slaan. Was ik mis? Ik nam me in elk geval voor om daar in de toekomst aan te denken.
En ja
de volgende keer dat ik een jong publiekje moest toespreken had ik er elke vorm van moraal uitgeknipt. Het werkte natuurlijk niet! Ik vroeg me dan ook af waar die spreker zijn info vandaan had gehaald.
Waarschijnlijk hechtte hijzelf meer belang aan een zo groot mogelijk aantal welwillende luisteraars, aan een langgerekt applaus misschien, dan aan de boodschap die hij wilde overbrengen. En dan, ja, dan ben je beter af met wat onbenullige grapjes en oppervlakkige zaken die iedereen wel een beetje interesseren.
Of je boodschap dan ook goed overkomt betwijfel ik toch.
Ik denk dat mensen die niet naar moraal willen luisteren eerder mensen zijn die vreselijk met zichzelf in de knoop liggen. Ze vrezen dan ook terecht dat die moraal hen met de neus op de feiten zal drukken en hun zelfbeeld nog verder naar omlaag zal halen.
En waarschijnlijk hebben ze nog gelijk ook! Dàt soort mensen kan dan ook nooit je doelpubliek zijn als je het over ernstige zaken hebt.
Die jongeren echter hadden daar geen probleem mee. Die hadden immers nog niet geleerd hoe je hopeloos met jezelf in de knoop kunt komen, en hun zelfbeeld was nog intact.
Mijn idee daarover is: moraliseren kun je wel degelijk; zowel in publiek als privé. Maar
onder volwassenen zul je misschien maar tot 10 mensen doordringen in plaats van tot 1000.
Maar dat is ook de bedoeling! Die 990 anderen zijn toch niet meer te helpen tenzij met professionele hulp. De 10 die wél luisteren zijn net je doelpubliek, en dààr is het tenslotte om te doen. Als je één mens kunt overtuigen om geen dingen te doen die rampzalig kunnen (en zullen) aflopen, dan heb je al meer gewonnen dan je mag verhopen. Want elke mens is een hele wereld! Het hoeven er helemaal geen 1000 te zijn.
Maar wie een breed publiek wil bereiken mag inderdaad niet moraliseren. Hij moet op een boeiende manier over onbenulligheden kunnen praten, grapjes maken en zijn publiek entertainen.
Als het dan ook een publiek betreft dat niets anders dan entertainment vraagt dan is dat natuurlijk helemaal oké.
Komt het er echter op aan serieuze informatie te delen, dan vind ik het beter dat je je richt op die 10 op 1000 die er wél een boodschap aan hebben, en gewoon zegt wat je te zeggen hebt, of dat nu al dan niet moraliserend is.
De rest? Die aanzie je maar als quantité négligeable. Tenminste
toch voor het onderwerp waarover je het hebt. Die mensen kunnen overigens best vele andere nuttige kwaliteiten hebben.
Maar toch heeft die man me aan het denken gezet, want inderdaad, in onze samenleving is niet veel plaats meer voor moraal. Bij de meeste mensen moet je er helemaal niet meer mee afkomen.
Het brede publiek schreeuwt eerder om Panem et circenses (brood en spelen).
Panem et circenses? Is dit niet datgene waaraan het Romeinse rijk ten onder is gegaan?
Een voorteken?
Willy.
|