Het horen van het nummer Een lied voor kinderen vanmorgen bracht me eventjes in een nostalgische stemming. En als een analytische geest in een nostalgische stemming komt, wordt het soms gevaarlijk!
Inderdaad
vroeger konden we zonder gevaar buiten spelen, reden er maar een vijftal autos per dag voorbij, moesten onze ouders ons niet constant in het oog houden, want er kon toch weinig of niets gebeuren.
Mensen van mijn leeftijd denken daar graag even aan terug, maar dat betekent niet dat we de klok achteruit moeten zetten! Alleen moeten we ons eventjes bezinnen wat we eigenlijk aan het doen zijn:
Vroeger konden kinderen zorgeloos spelen op straat. De volwassenen moesten hard werken om in het levensonderhoud te voorzien.
Nu kunnen volwassenen zorgeloos spelen met hun autos, motos, TV, video- en audio apparatuur, computer, en noem maar op
helaas, bijna allemaal ten koste van de kinderen.
Op straat spelen is gevaarlijk, want daar spelen de papas en de mamas met hun autos. In huis spelen is saai want papa en mama hebben niet echt veel tijd om zich met hen bezig te houden, want zijn ze niet aan het werken, dan zijn ze met iets aan het spelen. Naar een speelplein gaan is ook niet altijd alles: de ouderen in de buurt klagen dan weer over het lawaai. En als je moet spelen zonder lawaai maken is de aardigheid er ook alweer af!
Tja, wat doe je dan als kind? Braafjes in een stoeltje blijven zitten thuis en kijken hoe mama en papa zich amuseren met hun pc, hun TV, en noem maar op? Neen hoor!
Papa en mama voelen zich immers best wel schuldig dat hun kinderen niet echt meer kunnen spelen en overladen ze daarom maar met duur speelgoed.
Leuk toch? Neen!
Dat speelgoed is veel te afgewerkt, met als gevolg dat het na vijf minuten al grenzeloos verveelt en eigenlijk geestdodend werkt. Het kind krijgt geen kans zijn creativiteit te ontwikkelen.
En ja
zodra ze maar een klein beetje ouder worden moéten ze wel hun eigen pc krijgen om dan tenminste nog een beetje virtueel creatief te kunnen bezig zijn
toch maar een triest afgietsel van echte creativiteit. Om dan nog maar niet over de vele gevaren te spreken die op de loer liggen op internet!
Eigenlijk beleven we toch ergens een omgekeerde wereld. De volwassenen hebben, in vergelijking met vroeger, veel meer vrije tijd. Die vrije tijd vullen ze dan maar in met
spelen
Autootje rijden
op vakantie gaan
daguitstapjes maken met het autootje
- Hé, niet overdrijven hé? De kinderen mogen overal mee in de auto, en ook op vakantie!
Jawel
maar is dàt wat ze willen? Kunnen zij zich uitleven op zon daguitstap, of zijn het de ouders die zich uitleven?
Zouden ze, als ze de keuze hadden, niet veel liever op straat spelen met vriendjes uit hun buurt? Natuurlijk wel! Maar het kan niet. Te gevaarlijk door al die mamas en die papas die maar wat rondtoeren met hún gevaarlijk speelgoed.
Een pretpark dan maar? Ach ja
als het niet anders kan, maar al gauw hebben ze die ook al allemaal gezien, en is zon dagje uiteindelijk toch maar een kleine oase in een eindeloze woestijn!
Vroeger
was er niets. Geen TV, enkel een paar radiozenders van zeer slechte kwaliteit
een grammofoon die je moest opwinden en er dan een zware 78-toerenplaat op leggen
maar de wereld buiten was boeiend, ongevaarlijk, en bood eindeloze mogelijkheden.
Een of twee keer per jaar kwam de kermis of een circus wat afleiding brengen in de dagelijkse sleur, en dat vonden we heerlijk.
Het leven was hard voor de ouders. Dàt wel. Maar niemand maalde erom. Je natuurlijke levenskwaliteit was immers veel hoger dan nu. Als het werk er opzat werd plezier gemaakt. Bij mooi weer gingen mensen buiten zitten voor de deur
al gauw stond of zat de hele buurt in groepjes gezellig te keuvelen
ergens had iemand een accordeon en speelde een deuntje
of een mondharmonica.
Anderen, mannen dan vooral, zochten het dan weer in de vele kroegjes, dronken zich een stuk in de kraag, kwamen uren telaat voor het middagmaal en werden dan ferm uitgescholden door hun vrouw
ach ja
wat wil je? Het was niet zo netjes, maar had ook wel ergens zijn charme.
Ja
na gedane arbeid was ons landje toch echt vrolijk België op zijn best.
Hoe kon het allemaal zo veranderen? Het verkeer vooral? Jawel
en sommigen klagen over de vele vrachtwagens op de autowegen. MAAR
die vrachtwagens komen zelden of nooit in woonwijken en zijn dus zelden een gevaar voor spelende kinderen.
Het gevaar wordt geschapen door ons allemaal, omdat we die prettige auto nu eenmaal niet meer willen missen. En de hele maatschappij heeft zich ondertussen aan die auto aangepast:
- In plaats van honderden kleine buurtwinkeltjes op wandelafstand, zit alles nu gecentraliseerd in super-mega warenhuizen. Meestal ver buiten de stad. Iedereen heeft tóch een auto!
- In plaats van industrieën en andere werkgelegenheden dààr in te planten waar veel potentiële werknemers wonen zoals vroeger, is ook dit proces omgekeerd: industrieën zitten ver van de bewoonde gebieden. De arbeiders hebben tóch een auto!
Tja
als we de auto dan al vooral kochten voor ons plezier, heeft de maatschappij er ondertussen al zo goed op ingespeeld dat we hem helemaal niet meer kunnen wegdenken.
Willy.
|