In onze moderne samenleving is de prijs van een product niet langer afhankelijk van wat het effectief waard is, maar van hoeveel de koper bereid is er voor te betalen.
Gewapend met deze wetenschap kunnen we in grote mate zelf bepalen wat we wél en wat we niét willen betalen zonder daarom te moeten onderdoen voor de anderen. En voor veel gezinnen betekent dat: rondkomen met dezelfde kwaliteit, maar voor veel minder geld.
Ik kan me namelijk niet ontdoen van de gedachte dat veel producenten van merkproducten eigenlijk een dubbel spelletje spelen: hun merkartikelen, die duurder zijn en dus maar door een minderheid gekocht worden, kunnen door de geringere afzet waarschijnlijk de kosten niet dekken.
Een mogelijkheid om dit te compenseren is: ditzelfde artikel tegen een veel lagere prijs en onder een andere merknaam verkopen. Een regelrechte win-win situatie, want de rijke is tevreden met zijn merkartikel, de arbeider koopt noodgedwongen het goedkoop equivalent, en staat er waarschijnlijk niet eens bij stil dat hij net hetzelfde kocht maar voor veel minder geld.
Ik denk, en ondervond min of meer, dat de producenten het spel wel degelijk op deze manier spelen. Zoniet zou hun winst grotendeels naar de concurrentie vloeien en dat is wel het laatste wat ze willen!
Natuurlijk bestaan er ook minderwaardige artikelen, maar dat ondervind je meestal gauw en dat zou niet het sein moeten geven om dan toch maar een merkartikel te kopen, maar eerder het sein tot verder zoeken. Want gegarandeerd vind je een volwaardig, maar goedkoop equivalent.
In een heel ver verleden werkte ik als jonge schoolverlater in een vleesconservenfabriek. Ze maakten twee soorten leverpastei in doosjes: de ronde doosjes leverpasteivan 100 gram: kostten, toén, 5 frank. En de ovale doosjes levercrème van maar 80 gram. Deze laatste kostten wél 7 frank, hoewel er 20 gram minder in was.
De inhoud? Kwam gewoon uit dezelfde machine met dezelfde ingredienten. Er was geen sikkepit verschil, maar mensen die vonden dat ze smaak hadden, vroegen allemaal naar de veel betere levercrème! Dus toén al begon het !!! De stap naar meteen ook maar een andere goedkope merknaam is niet zo groot. Het doet me altijd weer denken aan de parabel van Tijl Uilenspiegel: De kleren van de keizer.
Houdt de industrie ons dan in feite voor het lapje? Eigenlijk niét, en ik vind die hele toestand best wel amusant en sociaal aanvaardbaar. Geld moet rollen om de economie op peil te houden. Wie er veel heeft hoeft niet te zoeken en koopt gewoon het duurste: goed voor de economie.
Van wie minder vermogend is, wordt wat meer zoekwerk en doorzicht verwacht, en meestal leidt die zoektocht wel tot het gewenste resultaat.
Iedereen vaart er wel bij, en iedereen is tevreden!
Tenzij
tenzij je geen boodschap hebt aan dit verhaaltje, geen goesting tot zoeken, en geen goesting je smaak (en je hersenen) meer te gebruiken. Dan blijf je de duurdere industrie maar spijzen en blijf je maar teveel uitgeven! De keuze is aan ons.
Persoonlijk kan ik niet onder één merk-artikel uit, maar dat is dan ook het enige: mijn scheermesjes. Er blijkt, in dié branche, practisch geen enkele volwaardige concurrent, waardoor de amerikaanse producent een monopoly-positie kan innemen en woekerprijzen vragen. Arme ik met mijn harde baardharen!
In de technologische revolutie die we de laatste decenia meemaken ligt het dan weer een beetje anders, maar alweer kunnen alle lagen van de mensheid er van profiteren. De technologie gaat tegenwoordig zo snel dat wat vandaag nieuw is, morgen hopeloos is verouderd.
Wat nieuw is, is ook superduur. Deels door de hogere productiekosten zonder grote afzet, maar deels ook door een gelijkaardig spelletje van de fabrikant:
Wie rijk is koopt het allernieuwste. Flatscreens bevoorbeeld waren nog niet zo lang geleden echte luxe. Wel, die rijke heeft zijn pretje gehad: een exclusieve nieuwigheid. Maar de lagere klassen hoeven alleen maar een paar jaar geduld te oefenen, want dank zij de afzet aan de rijken kunnen de productiekosten dalen, stelt de fabrikant op een bepaald ogenblik vast dat zowat alle rijken er een hebben, en is wel verplicht de prijs te laten dalen om een nieuw afzetgebied aan te boren.
Modern times
good times! Toch?
Willy.
|