Er zijn zo van die kleine dingetjes die je in de loop van je leven ergens achteloos opvangt
niet lang bij stilstaat, nooit meer echt over nadenkt, maar onbewust toch aan je lijf blijven kleven. Ja, zelfs voor een stuk je manier van doen bepalen. Tot je er op een dag wél bij stilstaat
en er een column over schrijft.
Vele jaren geleden kwam ik zo eens in gesprek met een Indische dame die hier op vakantie was bij Belgische vrienden. We hadden het over cultuurverschillen en zo. Bleek dat wat die dame het meeste opviel in onze cultuur, ons privacygevoel was.
Na verwonderd geluisterd te hebben naar haar uitleg, vond ik het woord privacy niet echt geschikt voor wat ze me probeerde te zeggen. Maar een ander en beter passend woord vond ik ook niet. Bestaat waarschijnlijk niet.
Haar uitleg was als volgt:
Wij, westerlingen, hebben een privacygevoel dat zich vele tientallen meter rondom ons uitstrekt. We vinden op een of andere manier alle mensen die zich in die cirkel bevinden gelinkt aan onszelf en proberen zo goed mogelijk over te komen qua klederdracht, gezichtsuitdrukking, manier van lopen, enzovoort, om op die manier te proberen tegemoet te komen aan het beeld dat de wereld van ons verwacht. Pas als zich niemand meer in die cirkel bevindt worden we weer onszelf.
Met andere woorden: we spelen onbewust constant komedie.
Leek me aanvankelijk volkomen uit de lucht gegrepen, maar als je even goed nadenkt, er steekt wel waarheid in. Alleen beseffen we het niet.
De Indiërs daarentegen, blijken dat gevoel niet te hebben. Hun privacygevoel stopt aan de opperhuid. De binnenkant is privé. Alles daarbuiten heeft totaal geen invloed op hun manier van doen of kleden.
Best handig in een zo overbevolkt land waar je eigenlijk nooit alleen bent en zowat altijd in een massa moet drummen!
En Willy had er weer een levenslesje bijgeleerd.
Kunnen we daar eigenlijk wel iets van leren? Ja en nee. We zijn namelijk wel goed bezig vind ik: ons eigen voorkomen bepaalt toch voor een stuk het uitzicht van de wereld waarin we leven. We lopen graag in een nette straat
en de mensen die daar lopen, wijzelf inbegrepen, maken wél deel uit van het straatbeeld.
Op dàt gebied hoeven we dat stukje Indische cultuur echt niet over te nemen.
Het wordt wél problematisch als dat gevoel een manie of fobie wordt! Want door je constant af te vragen wat anderen wel van je denken en hoe anderen je zien, vergeet je zélf te leven en jezelf te zijn. Word je een toneelspeler in plaats van een lever, en laat je het echte leven een beetje aan je voorbijgaan.
Dat kleine levenslesje is me dan ook altijd bijgebleven, en ik ben er dankbaar voor. Ik zou bijna durven zeggen dat het mijn leven zelfs in behoorlijke mate heeft beïnvloed.
Ik heb er door geleerd om me weliswaar aan te passen of zo te kleden dat ik het straatbeeld niet verstoor, niemand choqueer, maar voor de rest zal hoe anderen me ervaren me worst wezen.
Op dàt gebied stopt mijn privacy nu ook aan mijn opperhuid.
Willy.
|