Gisteren was het weer zover: om 11 uur nog 20 km file rond Brussel en Antwerpen. Weeral door een aantal zware ongevallen. Dagelijkse kost geworden.
Maar toch zullen de eindejaarsstatistieken weer bewijzen dat er dit jaar nog maar eens zoveel minder ongevallen waren. Jammer toch dat we op TV dagelijks het tegendeel zien hé? Ooit zullen die statistiek-goochelaars er wel eens aan gaan denken om te verbieden auto-ongevallen nog in het nieuws te brengen.
Dán pas zullen ze vrij spel hebben met de cijfertjes en zullen ze, dit keer zonder schaamrood, kunnen zeggen dat de dalende ongevallencijfers het rechtstreeks gevolg zijn van hun drastische snelheidsbeperkingen.
Ja, ook al heb je géén gelijk, je moet je gelijk toch kunnen bewijzen hé? Ongevallen gebeuren door verschillende factoren, en snelheid kán daar een factor van zijn, maar lang niet de voornaamste. Wél het gemakkelijkst aan te pakken door de verkeersspecialisten, die op hun hogeschool voor verkeerskunde blijkmaar maar één regeltje hebben geleerd: traag
trager
traagst. En daar nog in geloven ook.
Dat je in een bebouwde kom maar 50km/u mag rijden lijkt me logisch. En dát heeft destijds wel degelijk de ongevallencijfers doen dalen. Maar daarbuiten? Kom nou.
Ook gaan die mensen totaal voorbij aan de factor doorstroming van het verkeer. Als je op een snelweg 100 km ver moet rijden tegen 50km/u (onder andere door fileleed
) dan zit je 2 uur op de baan. Tegen 100km/u is dat maar 1 uur. De helft minder autos op de weg dus!
Is tijdwinst hier de enige geboekte winst, zoals die heren denken? Helemaal niet! Veel positiever is dat hieruit volgt dat, hoe sneller gereden wordt, hoe minder autos in een bepaalde tijdspanne op de baan zijn. En minder autos op de baan betekent een grotere spreiding, grotere tussenafstanden en daardoor minder kop-staart botsingen.
Maar spijtig genoeg, daar zijn ze nog niet rijp voor. De verkeersspecialisten van deze tijd zitten vastgeroest in het traagheidsprincipe. Er zullen hamers en breekijzers moeten aan te pas komen om hun hersenen daar nog uit los te kappen.
Nu zou ik wél eens willen weten welk soort verkeer op een autoweg het veiligst is: een strikt, en streng gecontroleerd 120 voor iedereen, of een gesuggereerde snelheid van 120, waar iedereen een beetje kan flirten rond die snelheid. Dus, zoals het voorheen was. Vóór Flip de flitspaal zijn intrede deed.
Mij kun je namelijk niet wijsmaken dat de toestand nú veiliger is: strikt 120 voor iedereen. Geen improvisatie mogelijk. Allemaal netjes kop aan staart, net als een peleton renners die min of meer solidair op wandel zijn zolang de eindstreep niet nadert.
En
waar gebeuren bij die renners de meeste ongevallen? Bij weglopende enkelingen? Bij de eindspurt? Helemaal niet! De meeste gebeuren juist in die samengeklitte peletons. Ten eerste omdat daar geen uitwijkmogelijkheden zijn en ten tweede omdat daar geen spanning heerst. Eerder ontspanning. Voor de renners is dat een gezondheidswandelingetje en elke onverwachte gebeurtenis, hoe klein ook, kan tot een massale valpartij leiden.
In het autoverkeer is het niet anders! Peletonrijden is uit den boze en zal altijd weer voor ongevallen zorgen.
Geef mij dan maar liever, als ik 120 km/u rijd, een kerel die me tegen 150 inhaalt en waar ik in luttele seconden vanaf ben, dan een bange wezel die wil inhalen maar niet durft. Zon kerel blijft dan vele kilometers links achter je hangen en verplicht je hem constant in de gaten te houden in je buitenspiegel. Ondertussen heb je maar een half oog op wat vóór je gebeurt.
En nu daag ik iedereen uit om dit alles eens goed te overdenken en zélf conclusies te trekken over welk soort verkeer het veiligst is.
Maar ja, ik kan het niet ontkennen! Vrij verkeer, of relatief vrij verkeer, vergt kennis van zaken. Vergt van de chauffeur dat hij drommels goed weet waar hij mee bezig is. Vergt ook het besef dat je eigenlijk een regelrecht moordwapen in de hand hebt en dat je dit geen seconde vergeet.
En dààr juist is het, waar het fout loopt. Een auto besturen is zo belangrijk dat je eigenlijk met niets anders mag of kan bezig zijn. Niét met je GSM, zelfs niet handenvrij. Niét zitten faceboeken. Niet eens een sigaret opsteken tijdens het rijden. Zelfs muziek beluisteren kan je aandacht al afleiden. Wie rijdt oefent een fulltime job uit, en moet dit ook beseffen. Multitasking hoort niet thuis in het verkeer.
Hoeveel mensen beseffen dat? Vrijwel niemand. Dát, in combinatie met peletonrijden, kan niet anders dan de ongevallencijfers doen stijgen. Wát de statistieken ook maar proberen te bewijzen.
Rijscholen? Kostelijke praktijkopleiding? Les in het verkeersreglement? Allemaal goed en nuttig
maar verkeersfilosofie? Leren waar je mee bezig bent? Waar leer je dát? Nergens. Moet je ervaren
als het tegen dan niet telaat is.
En dàt is nu juist een vak dat, al was het maar 1 lesuur per week, zou moeten ingelast worden in het lessenrooster van +14 jarigen. Zo zouden ze al, zonder hoge kosten of extra inspanning, grondig geacclimatiseerd zijn alvorens ze naar de rijschool trekken. En kunnen rijscholen datgene doen wat ze verondersteld worden te doen: leren rijden. Zondermeer.
Te onthouden:
ONGEVALLEN GEBEUREN ZELDEN WAAR OF WANNEER JE HET ZOU KUNNEN VERWACHTEN.
WEL WAAR OF WANNEER JE DENKT DAT JE NIETS KAN GEBEUREN.
Willy.
|