Ik was vier jaar oud en al behoorlijk nieuwsgierig naar de dingen om me heen, toen de tweede wereldoorlog eindigde. Ik herinner me nog goed dat ik toen aan mijn moeder vroeg hoe oorlogen eigenlijk konden ontstaan.
- Dat zijn twee rijken die met mekaar in ruzie komen, en het uitvechten in een oorlog. Was het simplistisch antwoord.
- Ja maar, waarom vechten ze het dan niet onder mekaar uit? Waarom moeten zoveel mensen die géén ruzie hebben meevechten? Tja
daar wist ze ook geen antwoord op en ik bleef met mijn vraag zitten.
Vandaag bekijk ik het allemaal anders. Er zijn geen goeden en slechten. Er zijn alleen maar mensen die zich laten hersenspoelen tot ze bereid zijn te vechten voor een slechte zaak waarvan ze overtuigd zijn dat hij goed is.
Aan beide kanten zijn er dus alleen maar goeden. De slechten, die bestaan alleen maar in de verbeelding van de goeden.
Niemand kan immers zo slecht zijn dat hij wetens willens ten strijde trekt voor een slechte zaak? Neen. Absoluut niet. Maar velen kunnen wél zo dom zijn zich zo grondig te laten hersenspoelen tot ze een slechte zaak als een goede gaan zien.
Om mensen zo ver te brengen dat ze bereid zijn een oorlog op leven en dood, met alle gruwelen vandien, uit te strijden, heb je twee mogelijkheden:
1. Je belooft je volgelingen een eeuwig leven in een of andere hemel. Dat werkt vooral bij de domsten onder ons.
2. Je zoekt het wat dichter bij huis en je belooft ze wereldse rijkdom. Hiermee heb je al meer kans ook de slimmeren mee te krijgen.
Eén heet religie; twee heet politiek. Maar alle twee zullen ze tot oorlog blijven leiden zo lang er volkeren bestaan die dom genoeg zijn om het allemaal onvoorwaardelijk te geloven.
Hitler hield zich wijselijk aan het laatste, en met reden, want zó dom is het Duitse volk nu ook niet om het via religieuze weg te kunnen waarmaken. Zo zou, als de oorlog werd gewonnen, elk Duits gezin genoeg verdienen om een auto te kopen. Als lokaas en wezenlijk bewijs kwam de Volkswagen op de markt. Letterlijk: Volks- wagen. Een geniaal ontwerp, maar een nog genialere naam. Want wagens voor het volk, die bestonden nog niet. Enkel maar voor de hele rijken.
Een heerlijk toekomstperspectief voor een volk dat jarenlang armoede had gekend vanwege het verdrag van Versailles.
En ze liepen er in. Ze beweerden na de oorlog wel dat ze het niet geweten en niet gewild hadden, maar in werkelijkheid waren ze helemaal niet afkerig geweest van het leuke idee om na de oorlog een herenvolk te worden dat zich kon permitteren per auto te rijden. En ze keken dus maar de andere kant uit als er wéér eens een aantal Joden verdwenen of werden doodgeslagen in hun buurt. Alles heeft tenslotte zijn prijs, nietwaar?
Pas toen een overwinning er niet meer in zat begonnen ze wat beter na te denken over alles wat ze wel degelijk hadden gezien maar niet hadden willen zien.
En zo heb ik dan eindelijk het antwoord op mijn vraag waardoor oorlogen ontstaan.
Heb ik eigenlijk wel iets aan die wetenschap? Jawel!
Ten eerste geeft het me de geruststelling dat echte leidersfiguren die de massa kunnen begeesteren al lang niet meer voorkomen in de bekakte parlementen van Europa. Die bestaan eerder uit watjes en begijntjes.
Maar in de tweede plaats leert het me ook dat, zo lang er zowel religies bestaan die het volk dom houden, als hele volkeren die blindelings op die religies vertrouwen, een oorlog altijd in de lucht zal hangen.
En het geeft me niet bepaald een fijn gevoel als ik zie wat men recht onder onze neus laat gebeuren en zelfs steunt. 50 jaar geleden dacht ik nog dat onze beschaving te ver gevorderd was om zoiets nog toe te laten. Het woord decadentie kende ik nog niet.
Evenmin wist ik dat er wel degelijk nog middeleeuwse religies bestonden die blindelings werden gevolgd.
En wie had toén kunnen denken dat we dergelijke religies ooit zouden importeren en onze moeizaam opgebouwde maatschappij laten uithollen? Ik zéker niet hoor!
Willy.
|