Brugge, oktober 1963. Mijn eerste dag op de politieschool! Een beetje onwennig, maar ik voelde me er al gauw thuis. We hadden prima lesgevers, waaronder de toenmalige Procureur des Konings himself. Een heel geschikte vent trouwens!
De lessen begonnen zowat algemeen. Strafrecht
administratief recht
technische politie
verkeer
Het viel me op dat het woord wetgever zo dikwijls opdook bij zowat elk onderwerp: De wetgever heeft terecht geoordeeld
, De wetgever heeft gesteld dat
, en zo ging het maar verder.
Wie die wetgever was wist ik niet. Durfde ik ook, die eerste dag, niet te vragen. Maar een geleerde bol moest het zeker wel zijn! En s avonds, op weg naar huis, probeerde ik het woordje wetgever te ontleden:
1. De uitgang er duidde er op dat het een beroep was, en je er dus kon voor leren.
2. Het enkelvoud liet veronderstellen dat het over één persoon ging.
3. Wet en gever lichtten de functie al wat beter toe: het was dus een persoon wiens beroep was wetten uit te dokteren en aan de bevolking door te geven.
Whaauw! Dat moest toch wel eventjes een érg geleerde kop zijn! En ik zag in mijn verbeelding al een man met een lange baard, kaal geworden door het vele denken
een intelligente, eerlijke blik in de ogen
een soort kruising tussen Leonarde da Vinci en Koning Salomon.
Wààr in godsnaam zou je voor dat beroep kunnen leren? Hoe oud moest je niet zijn om over dergelijke ervaringen en kwaliteiten te beschikken dat je als wetgever aan de bak kon? 80? 90? Jonger kon toch niet om zo goed te weten waar je heen wou en hoe het moest?
Ik begon enorm veel respect te krijgen voor die kerel!
Brugge, oktober 1963. Tweede dag politieschool. Ik waagde het er op mijn vingertje aarzelend omhoog te steken zodra dat woord weer viel. Vroeg aan de Procureur wie die wetgever eigenlijk was!
- Dat is niet één persoon, maar het parlement, mijn vriend. Maar daarover zul je meer te horen krijgen in de lessen administratief recht.
Ik was hevig teleurgesteld. Géén persoon dus. Een parlement. Een woord, afgeleid van het werkwoord parlesanten, dat me weer een synoniem van roddelen leek? En een donkerbruin vermoeden begon zich van me meester te maken. Voor zover ik wist moest je niets kunnen om verkozen te worden
betrof het vriendenjobkens
en dan wétten maken? Kom nou!
Later leerde ik wel degelijk waaruit een parlement bestond, hoe het verkozen werd, enz. Maar het kon me niet echt troosten. Géén enkelvoudige, alwetende wetgever dus! Géén Leonardo da Vinci. Géén Koning Salomon! Wél een betrekkelijk naamloze groep, verkozen door het volk. Maar het toenmalig volk, dat waren nog Belgen. Belgen waarvan Caesar ooit zei dat het de dappersten van de Galliers waren!
En ik leerde er mee leven. Vooral toen ik inzag dat de wetten die uit die groep voortkwamen toch logisch waren en beantwoordden aan de noden van de bevolking en vooral van het verkeer. Ik kon er dus wel vrede mee nemen.
En ik leerde daarmee ook nog een eigenaardigheidje van de Nederlandse taal: enkelvoud kan ook meervoud zijn dus! Geen probleem voor mij. Het leek me raar, maar het werkte wel. Maar toch
waarom dan niet wetgevers in plaats van dé wetgever?
Maar tijden veranderen
en die relatief oudere, vroede vaderen daar in dat parlement, werden stelselmatig vervangen door steeds jongere, steeds betweterige en steeds meer beknuffelde producten van de nieuwe pampergeneratie.
België, juni 2011. Na 40 jaar steeds meer sputteren, horten en stoten, is de machine eindelijk helemaal vastgelopen! Geen regering meer, laat staan een wetgever. Kon ook niet anders. Het verwondert me totaal niet dat het gebeurd is. Het verwondert me wél dat het nog zo lang stand hield.
Want de pufferige, onlogische en dus ook onhoudbare wetjes die de laatste decenia op ons afgevuur werden kunnen er niet om liegen. En hoé ik me ook probeer te verdiepen in de wiskunde, ik slaag er maar niet in om 55 kleutertjes zodanig met elkaar op te tellen dat er één verstandige wetgever uit tevoorschijn komt. Ik blijf maar 55 kleutertjes houden! Zal wel aan mij liggen! Moet ergens een hoofdstuk hebben overgeslagen in de wiskunde.
55 ministers
en ze kunnen het niet! Maar ze hebben een Alibi: alles wat ze aan wetten maakten moest conform Europa zijn. Werd zelfs gedicteerd door de hele wereld. Zij konden enkel maar uitvoeren! O ja? Zou het niet eerder klakkeloos na-apen zijn?
Arm parlement! Niet eens meer baas in eigen buik? En hoe zou dat nu gekomen zijn? Wié vond dat we hoognodig Europa moesten worden? Wié vindt dat we de wereldtrend moeten volgen? Is dàt de taak van een door het volk gekozen en dus volks parlement geworden? Het land verkopen aan Europa? Onze eigenheid verwoesten en omtoveren in een standaard-wereldburger? Een massaproduct dus, of een soort robot die alles kan uitgenomen zelfstandig denken!
Deden we het dan zo slecht toen we alleen en verweesd waren misschien? Hebben we ons dan zo verbeterd door meegezogen te worden in de draaikolk van arme landen zoals Griekenland? En er zullen er meer volgen
Natuurlijk wou Europa België erbij. Ze deden er een gouden zaak aan! Geen land met meer werklust (in Vlaanderen tenminste toch). Maar deden wij een goede zaak? Is het onze verantwoordelijkheid dat in Griekenland de werklust en ondernemingszin op een laag pitje staan?
Een volk dat hard werkt moet daarvoor beloond worden met een rijke oogst voor eigen gebruik. Niét door die oogst achteloos naar minder werklustige volkeren te gooien!
Zou je dat uitgelegd krijgen aan de 55 kleutertjes in het parlement? Kleutertjes die hun eigen zaakjes zo hopeloos ingewikkeld hebben gemaakt dat ze er zelf niet meer uitraken?
Eenvoud is kenmerk van het ware! Waar is die wijze spreuk onzer voorvaderen heen?
Maar dat snappen ze daar niet. Dat is niet ingewikkeld genoeg! Daarmee kun je niemand om de oren slaan met dooddoeners als Jij begrijpt dat toch niet.
Het gevolg van een en ander is dat Vlaanderen niet alleen opdraait voor onderhoudsgeld aan Wallonië, maar ook aan alle arme landen van Europa.
Maar we hebben blijkbaar geen keuze: we hébben Griekenland al een massa geld geleend. En als het failliet gaat kunnen we fluiten naar dat geld. Maar eerlijk gezegd: liever naar dat geld (dat we notabene toch nooit meer terugzien) fluiten, dan telkens weer over de brug komen met meer en meer geld dat we nooit zullen terugzien!
Maar ook dàt snappen ze niet in de Wetstraat.
Komt Griekenland er weer bovenop? Neen! Daarvoor moet de hele bevolking de riem willen aansnoeren. Maar als ik zie hoe telkens weer zware rellen uitbreken als de Griekse regering wil besparen vraag ik me af hoé ze dat dan in s hemelsnaam zullen aan boord leggen.
Maar ach, blijkbaar kijken ze in de Wetstraat tóch niet naar het nieuws, wereldvreemd als ze daar zijn. Een hond had een decenium geleden al kunnen ruiken waar het zou op uitdraaien. Maar ja, er zitten geen honden in het parlement hé? Enkel maar kippen zonder kop!
Wat ik zelf denk? Dat we het beste van Europa gezien hebben. Dat het vanaf nu stilaan zal gaan afbrokkelen. Het is duidelijk een onmogelijkheid gebleken, en alleen een volslagen idioot houdt onmogelijkheden in stand. Laat Griekenland onze zuurverdiende centjes maar houden! Beter dan er nog meer in te pompen.
Willy.
|