Wie een put graaft voor een ander
.
Wel, nooit is dat spreekwoord beter tot zijn recht gekomen als sinds jankerds de kop gingen opsteken (wéér over die jankerds zeg! Wat moet ik ze háten! Maar ze zijn dan ook het haten waard!)
Nu! Zolang als de mensheid bestaat, worden, natuurlijk, onmondige kinderen geboren. Verse, maar nog ledige hersentjes. Net alsof je een pc koopt zonder enig programma. Een lege doos dus. Een domme doos. En dus begin je (bij een pc) met een besturingssysteem te installeren; XP, Vista of Windows 7, het doet er niet toe. Nu is de machine toegankelijk voor wat je verder allemaal wilt. Je kunt er, als je dat persé wilt, zonder enig probleem bullshit in stoppen, maar dan krijg je er gegarandeerd ook bullshit uit. Of je kunt er spelletjes in stoppen als je een speler bent, of meer ernstige programmas die je werk (en/of je hobbys) een pak gemakkelijker maken.
Met een nieuw kind, zó uit de winkel, gaat het niet anders, al zit het niet in een doos met een handleiding erbij! En tóch
eerst een besturingssysteem installeren tot het enig begrip krijgt. Dàt is de eerste taak van de ouders. En dan mondjesmaat de rest, bijgestaan door de school.
Jouw eisen aan het kind laten weten en niet omgekeerd! Anders krijg je enkel maar een luie spelcomputer en nooit een werkcomputer! Het enige wat een kind in dit stadium heeft, is toch wel een eigen karaktertje. Ziel zeg maar. En afhankelijk van die ziel is het makkelijker of moeilijker er zinnige logica in te krijgen.
Je zult maar pech hebben als je een moeilijk karakter als kind kreeg, want kiezen kun je hier niet! Maar moeilijk of makkelijk, het is een karwei dat moet worden uitgevoerd. Tenminste
als je niet zélf als verwend lui nest werd opgevoed!
Enfin, tot 50 jaar geleden liep het nog allemaal goed. Een kind werd gestuurd, en dat dit niet altijd van een leien dakje liep is evident. Een kind wil van nature uit ZIJN goestinkjes en loopt liefst niet in het gareel. Denkt (heel normaal) alles beter te weten. Door het bij te sturen maak je het jezelf niet makkelijk. Wel integendeel! Maar wat doet een schip dat niet wordt gestuurd? Juist! Het loopt op de klippen!
Tegenwoordig gaat dat een beetje anders. Bij gebrek aan een degelijke bijgeleverde handleiding, wordt naar kinderpsychologen geluisterd en kijken moderne oudertjes toe wat het kindje doet
komen tegemoet aan zijn eisjes, en vóór je weet wat er gebeurt is het kind de ouders aan het opvoeden naar zijn beeld van de wereld.
En nu kun je me veel wijsmaken, maar als twee volle dozen zichzelf proberen bij te vullen met een lege doos, vind ik niet dat ze goed bezig zijn! Dat is in de verkeerde richting rijden. Spookrijden dus!
En dat loopt dan verder zo: kindjes worden een beetje groter en beginnen na te denken met de kleine hersencapaciteit die ze hebben. De eerste figuurtjes die in die hersentjes worden geplaatst zijn mama en papa.
Volgende vraag: Wat kan ik met die figuurtjes aanvangen? Maar op die vraag krijgen ze al gauw antwoord: Ha
die figuurtjes voldoen al mijn eisen en luisteren naar mijn wijsheid! Die twee kan ik nu eens lekker naar mijn hand zetten zie!
En ze groeien op
En het eerste wat ze opvalt in die grote wereld, is hoe gevaarlijk het is met al die autos. En wat rijden die dingen ook een pak sneller dan mijn kinderfietsje!!!
Hoor ik daar ook al een klein beetje jaloersheid in doorsijpelen?
En Jantje gaat dat eerste levensprobleem thuis aankaarten aan zijn oudertjes, die ook pas de leeftijd hebben bereikt waarop ze, met een beetje geluk, volwassen zouden moeten zijn
Maar in plaats van de denkwereld van Jantje een beetje bij te sturen, laten ze zichzelf bijsturen door het denkwereldje van Jantje.
En de oudertjes bijten er dus gretig in. Richten oudervereniginkjes op, en gaan janken bij de overheid. Moet trager, moet veiliger, moet liefst weer als vroeger met paard en kar. Voeren schildpadacties en meer van die onzin.
Dat onze maatschappij evolueerde, dat snelle verplaatsingen van levensbelang zijn om onze welvaartstaat draaiende te houden, daar lopen ze maar aan voorbij. Ze willen wél dat de rekken in hun warenhuis supersnel aangevuld worden en dat het personeel er aanwezig is als ze gaan winkelen.
Maar hoé die koopwaar en dat personeel er moet komen is hun probleem niet. Als het maar traag genoeg gaat zodat Jantje geen enkel gevaar loopt. Veiligheid is de boodschap. Jantje heeft het gezegd!
En de overheid geeft toe. Pest de auto en promoot het openbaar vervoer. Een idee, tot bij de hoogste overheid geraakt via een lange weg van communicatiekanalen, maar wél beginnend bij het kleine Jantje dat naar het stoute verkeer in de grote wereld stond te kijken en er niks van snapte. Niet snapte dat die boze autos er juist voor zorgden dat hij op tijd zijn papfles kon krijgen.
Twintig jaar later heeft grote Jan zijn studies achter de rug en heeft een pracht van een baan gevonden op 100 kilometer van zijn woonplaats. En hij behoort nog tot de happy few ook: omdat hij kaderlid is heeft hij de beschikking over een wagen die door de firma geleased wordt. Zijn geluk kan niet op.
Tot
hij vaststelt dat het helemaal geen sinecure is om op zijn werkplek te geraken via de vele wegversmallinkjes, doolhofjes, verkeersdrempeltjes, schoolzonetjes, flitspaaltjes en ander kleuterachtige verzinsels!
En hé
van kleuterachtige verzinsels gesproken
was HIJ niet dat kleutertje geweest die het allemaal hielp op gang krijgen?
Eigenlijk wél, moest hij bekennen. Maar ja, hij was toen immers nog een kleutertje hé? Wist nog niet veel van de wereld en zo. Er kon hem toen ook nog niet veel kwalijk worden genomen.
En zijn ouders dan?
Ach ja
die hadden nooit naar hem mogen luisteren! Moesten verstandiger geweest zijn en hém hebben geleerd hoe om te gaan met een gevaarlijke wereld in plaats van te eisen dat die wereld helemaal werd aangepast aan de eisen van een kleutertje! Dat zou nog makkelijker geweest zijn ook!
En zo groef het onwetende Jantje een heel klein putje, dat dank zij het omgekeerd denken van zijn onvolwassen ouders, een diepe kloof naar de hel werd. Een hel waar de grote Jan notabene zélf in verzeild raakte!
En eindelijk had één mens geleerd dat je met janken over zaken waar je geen verstand van hebt, vooral putten graaft waar je uiteindelijk zelf in verdrinkt.
De positieve boodschap van dit verhaal: Eén mensje heeft het begrepen!
De negatieve boodschap: Er leven wél nog zes miljard anderen op aarde!!!
Het ophouden van het gejank is dus nog niet voor morgen. Zéker niet zo lang ouders blijven spookrijden op de opvoedingssnelweg.
En toch
niet alles is verloren! Ik zie namelijk hier en daar nog ouders die het aandurven tegen de stroom in te zwemmen.
Ouders die niet alles op alles zetten om geliefd te worden door hun kind.
Ouders die er eerder op gokken gewaardeerd te worden door hun opgegroeide kinderen.
Ouders die toekomstgericht denken!
Want zó opgevoede kinderen zullen gegarandeerd aan een baan geraken. Zullen gegarandeerd nooit van genadegeld moeten leven.
De verwende nesten? Quantité négligeable! Zullen nooit begrijpen waarom ze hun hele leven aan de dop blijven! Nog minder dat ze parasiteren op de kosten van het opgevoede gedeelte van de bevolking...
Willy.
|