Dit stukje is niet geschreven om bepaalde nationaliteiten te viseren, maar om duidelijk aan te tonen dat gezond beleid, met de juiste mensen op de juiste plaats, wonderen kan doen en de samenleving een stuk aangenamer en veiliger maken.
Daarvoor zijn slechts twee voorwaarden te vervullen:
1. De juiste mensen op de juiste plaatsen;
2. Die mensen de bevoegdheden en het respect geven dat hen toekomt.
In het huidige België echter wordt heel krachtig gewerkt om beide voorwaarden tot op de bodem af te breken. Hoe kan dan nog van enig beleid sprake zijn als de mensen die het moeten waarmaken alle middelen worden ontnomen?
Daar gaan we dan met mijn twee voorbeeldstukjes:
Nederlandse studenten
Steeds nog heb ik binnenpretjes als ik aan de jaren zeventig denk en de plotse invasie van Nederlandse studenten die we kregen in onze badstad. Nachtelijke bezoekers nog wel! Die zaten dan op verschillende campings in Cadzant en omstreken en kwamen de bloemetjes effe buitenzetten bij ons. Jaar na jaar weer. Zodra in Nederland de hogescholen en universiteiten sloten waren ze daar. Dat heeft een drietal jaar geduurd. Toen werd het in de kiem gesmoord.
Al hadden we al onze handen vol aan de Belgische snobjes; we kregen er nu de Nederlandse ook nog bij! Het begon klachten te regenen in het politiekantoor.
De klachten verschilden wel wat van de klachten die door onze eigen snobjes werden uitgelokt. Bij die Nederlanders ging het vooral over nachtrustverstoring op de meest onwaarschijnlijke manieren. Zo herinner ik me een slapend echtpaar dat plots een volle bloempot op het bed gegooid kreeg van benedenaf door het open raam. Een ander geliefkoosd praktijkje was dan een sanitaire stop doen in de brievenbussen
Het gebeurde allemaal in één straat. Waar één dancing was. Maar dan wél in een straat waar rustige werkmensen woonden die de volgende morgen uit werken moesten en al dat lawaai en drukdoenerij konden missen als de pest.
Maar het allerergste was de plaag van fietsdiefstallen. Die kerels kwamen in de vooravond van Cadzant al liftend, bleven hier plakken tot in de morgenuren maar vonden dan natuurlijk geen lift meer naar hun camping. En het meest voor de hand liggende was dan een fiets stelen.
Commissaris Hongermaat werd het na een paar jaar grondig beu. Het hele korps kreeg opdracht om er met de grove borstel door te gaan. Zo kon het niet langer.
Om een paar incidentjes te noemen:
Op een vroege morgen reden Fred en ik over een dijk die naar Nederland liep. Deden we altijd s morgens, want zowat elke fietser die je daar naar Nederland zag fietsen zat op een gestolen fiets. Maar die morgen was het nog een stukje erger. Er was in onze badstad nog één bakker die brood aan huis bracht met een heuse bakfiets! En die hadden ze toch wel gestolen zeker? Eéntje trapte, ééntje zat achterop, en er zaten er toch wel een viertal in de open bak.
Mio Buus reed s morgens om 5 uur met de fiets naar het bureel, en zag op een bankje een Nederlands koppeltje naakt op elkaar liggen en hun ding doen. Hij stopte en klopte op de schouder van de jongen.
- Hé vent, gaat het niet misschien?
- Jawel hoor! Antwoordde de Nederlander en ramde naarstig verder.
Vijf minuten later zaten beiden natuurlijk op het bankje op het politiebureel. Ze mochten nog van geluk spreken dat Mio hen de tijd had gegeven zich terug aan te kleden. Ik zag hem namelijk best in staat ze naakt mee te nemen als bewijs.
Enfin, de grove borstel was gezegd, de grove borstel gebruikten we. En óf het werkte! We maakten ze een bepaalde zomer het leven zo zuur dat het fenomeen snel ging uitbloeden en de bevolking weer op beide oren kon slapen. Het was gedaan, en die geschiedenis heeft zich nooit meer herhaald.
Dit verhaaltje is geen fictie! Waar gebeurd, en ik vertel het met een bijzondere reden: van zodra een groep, een volk of een cultuur de levenskwaliteit van de autochtonen komt ondermijnen, moet worden ingegrepen. Wié of wat ze ook zijn. Van racisme is hier totaal geen sprake. Van afkeer tegen een of ander buurland evenmin. Want of het nu Belgen, Nederlanders, Duitsers of Chinezen zijn, die de orde en de veiligheid verstoren, er moet opgetreden worden. De politie moet daartoe over alle middelen kunnen beschikken om haar taak naar behoren te vervullen. Meteen aan de bron aanpakken alvorens het escaleert.
En dàt was wat commissaris Hongermaat zo goed had begrepen. Dàt maakte onze badstad de veiligste van België. Dát maakte het succes van de badstad. En daar ben en blijf ik fier over.
En dàt is wat onze overheid pas zal begrijpen als het totaal uit de hand gelopen is en er geen terugweg meer mogelijk is. Want nu word nog steeds het omgekeerde gedaan: de politie durft bijna niet meer op te treden omdat tientallen wetten hem toch in het ongelijk stellen zodra hij ook maar iéts onderneemt om de brave burger te beschermen. En honderd advocaten staan klaar om de crimineel te beschermen. En honderd rechters vragen niets liever dan hem (de politieman! Niét de crimineel) aan het kruis te nagelen.
Multicultuur.
En om nu nog maar eens de vergelijking te maken met onze escalerende multiculturele samenleving:
In mijn hoekje van België hadden we in die tijd geen last van kleurlingen. Er liepen er wel een paar, maar het waren uitzonderingen. We hadden er geen problemen mee. Behandelden ze als alle anderen. Het woord racisme hadden we nog niet geleerd.
En toch
plots hingen er aan verschillende dancings bordjes: Noordafrikanen niet toegelaten. Dat verwonderde ons natuurlijk. En toen we bij de verschillende dancinguitbaters uitleg gingen vragen kregen we telkens weer hetzelfde antwoord:
- Ze vallen de meisjes lastig voor een flirt, maar houden wél hun eigen meisjes thuis. De meisjes dreigen ons dat ze de dancing niet meer te zullen bezoeken als we die kerels niet verbieden. En dus, om onze broodwinning te beschermen kunnen we wel niet anders.
Zo. Dat wisten we dan alweer. We konden die woorden niet in twijfel trekken, want voor die uitbaters maakte het niet uit wie een biertje betaalde. Als het geld maar binnenliep. Als ze die gasten echt buiten hielden moesten ze wel een grondige reden hebben, want niemand weigert zomaar een klant.
Maar enkele jaren later verdwenen die bordjes. Allah had gejankt. Allah had racist geroepen. En vadertje staat was er ingelopen. De antiracismewet was een feit geworden. Nu móchten onze meisjes vrij verkracht worden. En ergens in Vlaanderen ging ene Paula dHondt rustig slapen. Ze had het toch maar weer voor elkaar gekregen die arme drommels de nodige bescherming te bieden! De grootste decadentie uit onze vaderlandse geschiedenis kon beginnen!
Arme Paula! Zalig zijn de armen van geest.
Wat ik met dit alles vooral wil benadrukken is dat je met een beleid zondermeer nergens komt. Je moet ook de nodige elementen inschakelen om dat beleid waar te maken. En zéker die elementen niet zélf eerst kortwieken. Want dat is proberen een oorlog te winnen met een massa aan kostbare wapens, die je eerst helemaal onklaar, en dus nutteloos maakt!
Beleid vraagt moed. Beleid vraagt om toegepast te worden. En het kan pas worden toegepast als de middelen daartoe niet schromelijk worden gekortwiekt met absurde wetten en betuttelende reglementen.
Willy.
|