Het autorijdend publiek beleeft politiewagens natuurlijk van buiten naar binnen, en voelt zich niet erg op zijn gemak met zon ding in de buurt.
Er al ooit eens bij stilgestaan hoe het is om die auto van binnen naar buiten te beleven? Wel
In de laatste decennia van mijn carrière moest ik me af en toe naar Brussel verplaatsen. Vergaderingen, besprekingen en zo
In het begin deed ik dat met een politieauto. Maar had daar al gauw de pest in! Autowandelen is nooit aan mij besteed geweest en ik hield er graag een beetje vaart en afwisseling in. Maar ja, in een politiewagen moet je het voorbeeld geven hé? Dus: netjes 120, hoewel het flitstijdperk zijn intrede nog niet had gedaan en het verkeer op de autowegen nog normaal zijn gang kon gaan.
Maar dus toch maar: voorbeeldig zijn en netjes tegen 120 naar Brussel!
- Hé? Wat gebeurt er? Het verkeer lijkt plots totaal anders dan als ik met mijn personenauto rijd! Wat is er aan de hand?
Want na enkele kilometer had ik vóór me een zee aan ruimte. Alsof ik in de woestijn reed. Rééd ik trouwens wel nog in België?
Achter me: de drie rijstroken vol! Niemand haalde het in zijn hoofd me in te halen.
- Kom nou jongens, ik ben ook maar een mens hoor! Maar neen! Ze bleven allemaal, wantrouwend, godvrezend en braaf, netjes achter me. En zo sukkelde ik aan de kop van een peloton naar Brussel!
Vond die opeengepakte situatie achter me best vervelend en gevaarlijk! Als ik plots moest remmen of iemand inhalen
- Kom nou! Waarvoor zou ik moeten remmen en wié zou ik moeten inhalen? Vóór me de woestijn, achter me de hel!
Diezelfde hel die nu de algemene regel is!
Heb het twee keer gedaan, en toen had ik er de buik van vol. Nam in het vervolg gemakshalve de trein of mijn eigen wagen en diende kilometervergoeding in.
Wat ik hiermee bedoel is:
1. Zonder het te willen creëerde ik het soort verkeer dat we tegenwoordig allemaal kennen op onze autowegen: zware filevorming omdat iedereen bang is een kilometertje te snel te rijden, en iedereen dus opeengepakt tegen nagenoeg dezelfde snelheid rijdt. Drommels gevaarlijk!!! Wát specialisten ons er ook proberen over wijs te maken.
2. Hoewel het lezen van dit verhaal de angst voor politiewagens zou kunnen wegnemen, wil ik daar geen verantwoordelijkheid in dragen! We leven immers anno 2011, en het jachtseizoen op gevaarlijk autowild is ondertussen al enkele jaren volop geopend. 121 km/u rijden is een levensgevaarlijke misdaad geworden. Niét vanwege de kans op een ongeval, maar vanwege de kans op een onredelijke boete die wel eens je faillissement zou kunnen betekenen! Bovendien weet je ook niet wié in de politiewagen vóór je zit! Het kan een verstandig mens zijn, maar ook een strevertje die er alles voor over heeft om promotie te bekomen of gewoon om zich te doen gelden. Of iemand die nét een azijnfles heeft leeggedronken.
Maar gelukkig zijn dat toch buitenbeentjes. De bevolking praat dan wel over de politie, alsof het over een ras gaat dat over één kam te scheren valt. Maar ik kan jullie verzekeren: net zoals in elk ander beroep vind je er vanalles tussen! Maar ja
je zult maar op die ene azijnfles stoten hé? En vermits die éne uit de band springt en opvalt, is de openbare opinie al gauw gemaakt: t zou weer de politie niet zijn.
Maar azijnflessen vind je ook onder schilders, loodgieters, elektriekers, wetenschappers of bouwvakkers! Het enige verschil is dat deze laatsten niet of nauwelijks met het grote publiek in aanraking komen, en dus ook niet de kans krijgen het imago van hun beroep naar de bliksem te helpen.
Het spreekwoord zegt: Wie aan de weg werkt heeft bekijks. En dat klopt. Alleen
vooral de negatieve kanten van die wegwerkers zijn de moeite waard om door te vertellen en zo nodig de pers te halen, en vormen dus die beruchte openbare opinie, die meestal aan geen kanten klopt met de werkelijkheid.
Enfin, ik ben weer aan het afdwalen. Wat uit dit verhaal moet blijken is het volgende:
Goedbetaalde (bijna zei ik: knappe) koppen streven ernaar om ons op de meest veilige manier van A naar B te loodsen op de autowegen. En volgens diezelfde (
) koppen kan dat alleen maar als we allemaal netjes tegen dezelfde snelheid rijden. Dom als een kudde koeien de staart van je voorganger volgen. Niks initiatief, niks afwisseling: alleen maar naar die staart staren en
in slaap vallen. Dat is wat ze van ons willen en waar we niet onderuit kunnen.
Veilige tussenafstanden scheppen kan niet meer want daarin komt zich onmiddellijk een andere koe nestelen. Dus, na enkele vertwijfelde pogingen laat je het maar voor de moeite!
Ook als je zeker weet dat, als je voorganger remt, je pardoes op zijn staart zit, moet je het risico maar aanvaarden. Er zit immers niks anders op. Zo willen die heren het van ons.
Ja hoor jongens! We zijn héél veilig bezig. Hoe zou het toch komen dat we desondanks steeds meer en grotere ravage te zien krijgen op de autowegen? Er gaat geen dag voorbij of op TV zien we weer een of andere verhakkelde schroothoop op weer een of andere autoweg in Vlaanderen!
En toch
de hoofdschuldigen zitten niet op de weg. Ze zitten te Brussel op de ministeries betwetertje te spelen.
Veel minder flitspalen in Wallonië? Wedden dat ze er ook veel minder dergelijke schroothopen hebben?
Willy.
|