Of je het nu wilt of niet, het leuk vindt of niet, maar zodra je een hond, zelfs een puppy, in huis haalt verandert je woning in een roedel! Een roedel met strenghiërarchische regels waarvan je niet kunt afwijken zonder in de problemen te komen. Streng natuurlijke regeltjes eigenlijk, die in beginsel ook voor mensen gelden. Maar mensen vonden daar middeltjes op. Met wat ellebogenwerk geraken ze in functies waarin ze wél goed betaald worden maar nog nauwelijks functioneren, met alle problemen vandien.
Zodra Chico in huis was, zocht hij mijn voeten op en nestelde zich daar. En dat blijft zo! Op mijn schoot wil hij enkel maar spelen, stelt zich rusteloos op, en
bijt! Speels, maar toch met een duidelijke boodschap. Omdat hij er gewoon af wil. Op de schoot van mijn vrouw daarentegen blijft hij braaf liggen, likt haar handen, of gaat naast haar op de zetel liggen slapen.
Waarom? Daar ben ik, met een beetje hondslogisch denken, achtergekomen. Hij ziet ons als zijn roedel en zoekt daarin onbewust zijn plaats op. Met andere woorden: bij mij zoekt hij de bescherming die hij vindt nodig te hebben. Voelt mij aan als een alfadier. Dus legt hij zich onderdanig aan mijn voeten en voelt zich beschermd. Hoger wil hij niet komen. Elke andere, hogere plaats, breekt die hiërarchie af en daar kan hij niet mee om. Als ik hem op de schoot neem voelt dit bij hem waarschijnlijk aan alsof IK zijn bescherming nodig heb. Waar is dan ZIJN bescherming?
Mijn vrouw daarentegen voelt hij als aan een hondje dat wel wat bescherming en evenwicht kan gebruiken, en dus stelt hij zich voor haar, beschermend, wat hoger op. Zo moet het volgens zijn hondenlogica, en van die regel kan niet worden afgeweken, want zwart is zwart en wit is wit.
Jawél je kunt er van afwijken: hem dingen afleren of aanleren. Maar dan kom je terecht in dezelfde chaotische toestanden als in de mensenwereld, en dat kan ik missen als de pest. Dus laat ik zijn hondenlogica liever de vrije teugel in dergelijke zaken. Op de hiërarchische trede waarop hij zich best thuisvoelt zal hij ook best functioneren denk ik.
Ach, lag het bij mensen ook maar zo eenvoudig! De wereld zou een paradijs zijn.
En toch
er zijn enorme punten van overeenkomst tussen honden en mensen. Wat trouwens meteen verklaart waarom honden zich goed voelen bij mensen en ze opzoeken.
Werkt het bij ons niet nét zo? Jawel! Maar wij hebben niet zoveel gevoelens meer, en des te meer woorden. Woorden waarmee we ons leugenachtig een plaats weten op te eisen die ons helemaal niet toekomt. Met als resultaat dat we dan ook helemaal niets bakken van die met leugens opgeëiste leidersplaats! Er een grote janboel van maken! En dan maar moeten terugvallen op het advies van ondergeschikten om de boel weer recht te trekken. Tenminste, áls er tegen dan nog iets recht te trekken valt!
Nepleiders maken zich gemakkelijk van dit probleem af met woorden als Je kunt nu eenmaal niet álles zelf hé: kunnen leiden én kunnen werken? O nee? Ik formuleer het liever anders: als je niet kunt werken kun je ook niet leiden!!!
Kijk dus maar naar de politici en daar heb je meteen een schoolvoorbeeld van waar je geraakt als je het natuurlijke hiërarchische systeem verkracht.
Mijn plaats in de hiërarchie heb ik al vroeg ontdekt: bescheiden op de achtergrond zorgen dat de boel zo goed mogelijk blijft draaien. Daar voelde ik me goed in en daar bleef ik dan ook maar het liefst. Werken vóór de leider. Mits de leider ook echt leider is. Zoniet geef ik er ook de brui aan en gooi er maar naar met de klak. En dan komt de mot erin.
Kijk trouwens ook maar naar sommige gezinnen: waar komen ze terecht als de vrouw zich als alfadier opstelt en enkel nog háár willetje van betekenis is? Maar hier wil ik zéker niet veralgemenen! Want ook sommige mannen hebben een alfadier nodig om te overleven!
En als we de lijn nog wat dichter naar ons toetrekken, komen we uit bij de gezinnen en de
kroost! Maar eerst nog even wat ik ondertussen zoal opving op straat als reactie op mijn chihuahua:
Het merendeel van de mensen zegt:
- Ach, die chiwafwafjes zijn zo lief als ze klein zijn! Maar wacht tot binnen een paar jaar! Dan worden het totaal onhandelbare tirannen.
Een minderheid zegt dan weer dat ze nooit nog een andere hond zouden willen dan een chihuahua.
De waarheid zal wel nét dezelfde zijn die je in een gezin terugvindt: die babytjes? Ach, die zijn toch zo lief meneer! En dus worden ze geknuffeld, vanalles toegestopt, al hun willetjes worden voldaan, en
ze worden schromelijk verprutst. Resultaat: onhandelbare tirannen op latere leeftijd.
Terug nu naar de chihuahuas: zijn, als puppy, hartveroverend lief en mooi. Gevolg: knuffel knuffel knuffel. Resultaat: het hondje voelt zich baas en wordt, juist dóór de baasjes, omgeschoold tot een alfadier. Een dier dat zijn wetten stelt in de roedel en niet rust tot hij de hele roedel naar zijn hand heeft gezet.
Want een knuffel wordt enerzijds wel als aangenaam ervaren, maar geeft ook macht. De macht om alle anderen te domineren. Werkt dat niet nét zo bij sommige menselijke relaties? Tenminste in dié relaties waarin de geknuffelde het signaal verkeerd begrijpt en ervan profiteert door de macht naar zich toe te halen?
En inderdaad, als je dan wat dieper ingaat op wat mensen vertellen over hun chihuahua, en naar de voorgeschiedenis vist, dan merk je het onmiddellijk: het chihuahuaatje in kwestie werd betutteld, beknuffeld, gespaard van alles, meegedragen in een modieus tasje, of lekker ingepakt in een trendy jasje
en faliekant naar de knoppen geholpen!!! En dat kleine mormeltje wordt een monsterlijke tiran!
De baasjes hebben zich schromelijk misrekend! Dachten een poezelig knuffeldiertje in huis te hebben gehaald en eindigen met een betweterig monster. Hebben nooit beseft dat in een chihuahua, hoe klein ook, een grote hond steekt, die ook net als een grote hond reageert. Tegen de tijd dat ze daar achterkomen is het telaat. Wat er daarna met de chihuahua gebeurt heb je het raden naar.
Chihuahuas moeilijke karakters? Helemaal niet, tenzij mensen er moeilijke karakters van maken.
Enfin
misschien heb ik wel mooi praten. Mijn chihuahua is nog niet volwassen. Afwachten dus maar of ik al dan niet gelijk heb. Maar als de opvoeding die hij nu krijgt zijn vruchten blijft afwerpen, dan zit ik straks met een pracht van een hond. Duimen dus maar.
Willy.
|