Op 'n keer was iets niet duidelijk,de majoor had slechts een dun dossiertje in de hand en vroeg mij het originele te gaan ophalen,wat ik deed.Toen ik terug kwam zag ik,dat de majoor'n veel lijviger dossier in de handen hield en raadpleegde ter hoogte van zijn lage lenden,verwonderd riep ik uit:oh,majoor u hebt nu zo ineens zo'n dikke.......dossier wilde ik aanvullen ,maar ik zag,dat de man plots opmerkelijk grote gezichtsspieroefeningen uitvoerde! De majoor heeft,correct als hij was,het onmogelijke gedaan om zijn lippen op elkaar te houden.Ik daarentegen had in de grond willen kruipen ofschoon ik geen spier vertrok. Ik was de schaamte voorbij(!!),hoe kon ik zulke idiote impulsiviteit laten doorgang vinden?! Maar we zijn voornaam gebleven en hebben na een poosje het originele dossier bekeken en behandeld.Mijn onschuld was té ontegensprekelijk en overduidelijk. Hoe dit naive incident nu in DEZE tijd zou verlopen zijn weet ik niet maar, zoals u ziet, was dicipline aan de orde in mijn studietijd.Nooit werd er met één woord ,ook later niet ,nog over gealludeerd. Waarvoor,nu nog, mijn oprechte dank.
Ooit is mij eens iets overkomen waarvoor ik mij, nu bij nader nadenken,nog schaam! Impulsief en naif zou ik het nu noemen,denk ik,en héél onschuldig. Toen ik het later aan mijn man vertelde heeft die zich een breuk gelachen en mijn moeder ook.Ik heb toen hoegenaamd niet gelachen zelfs geen krimp gegeven toen het gebeurde. In mijn opleiding zaten o.m.3 maanden stage in of bij het leger.Zelf konden we die stages niet kiezen,dat werd ons opgelegd.Naar ik vernam kregen wij daar(tijdelijk natuurlijk)de graad van,ik geloof,luitenant.De soldaten wisten dat en moesten dus voor ons aanslaan!!. In het begin schaamde ik mij dood,ik wist me geen houding te geven,maar stilaan wende dat zoals dat met de meeste zaken gaat.Wij groetten dus terug met de militaire groet.(vier vingers aan de slaap!) Wij brachten huisbezoeken met een chauffeur in een betere jeap en bezochten de families van zieke of moeilijke miliciens of beroepssoldaten en moesten daarvan verslag maken en bespreken met de Majoor die verbonden was aan onze sociale dienst. Die majoor was een zéér correcte man,ook vriendelijk van op afstand. Om de week;werden de gevallen besproken aan de hand van de dossiers in kwestie Wordt vervolgd