Dan ziet hij Leentje aan het arm misvormde wezen pokdalig,lelijk ook,wier schaamrood hem doet lezen in haar berouwvol hart,dat zij zich schuldig weet spreek Klaartje!zegt hij dan,vertel wat zij misdeed mooi Klaartje zegt met wraaklust in haar ogen een blos op't fier gelaat,hard zonder mededogen, dat frank en lelijk wicht dat mij steeds tart en plaagt heeft onverhoeds,o,meester het gewaagd met hare vieze mond de mijne aan te raken en mij te kussen zelfs,los kon ik mij niet maken zo hield zij mij omarmd,ik gaf haar toen een slag in 't hatelijkaangezicht wat de ondermeester zag die beiden ons strafte, maar zij heeft alleen misdreven had zij mij niet gekust ik had haar geen slag gegeven. Wel Leentje,zegt hij dan wat dreef u tot die daad? met tranenin het oog heft zij het misvormd gelaat en spreekt met zachte stem bedeesd,ontroerd,weemoedig, vergeef het mij,Mijneer,wees in uw oordeel goedig
wordt vervolgd
Reacties op bericht (0)
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek