"Mijn echte vaden en moeder beantwoorden niet aan het beeld dat ik van hem of haar wil bewaren. Als ik hem nodig heb, dan is het omwille van zijn hele persoonlijkheid, met zikjn wijze inzicht, maar evengoed zijn hebberigheid, zijn onmogelijkheden af en toe. Niet alleen de dingen die ik van hem verwachtte, maar evengoed het onverwachtte heeft hij nog altijd nu hij bij God is. Mijn moeder, mijn vader, de mens die jij nu mist, hebben sinds hun dood een nieuw adres. Ze wonen bij God, en hebben zo voortaan lief als God.
Kijken naar onze oveledenen is dus kijken naar God zelf. Hen graag zien is God zelf graag zien. Zoeken naar wie je verloren hebt, is de weg naar God zelf terugvinden. En velen onder ons hadden geen doden nodig om op die begripvolle God gefocust te leven. Hen noemen wij nu 'heiligen', het waren mensen zoals u en ik.
Maar ik heb op dit moment mijn vader nodig, niet zijn laatste mop. Ik heb mijn moeder nodig, niet het fragment. Daarom richt ik vandaag mijn ogen op Jezus.
Naar Ronald Sledsens.
|