Over enkele weken is het Kerstmis. We gaan elkaar weer schrijven of bellen of wensen toesturen van vrede en voorspoed. Dat is goed. Hoewel we leven in een benarde tijd. Lijken al onze wensen niet meer op bezweren van het vele verdriet dat in de harten is? Zijn we kinderen die elkaar moed inspreken in het donker? Er zijn steeds meer mensen die nuchter de vraag stellen waar dit op uitloopt. Want, zeggen ze, het is niet hier of daar een huis dat instort, het zijn de fundamenten die het begeven. Er is geen vrede en gerechtigheid, er is steeds minder zekerheid van bestaan, maar bovenal: er is zo weinig levensvreugde bij de mensen. Is er dan geen hoop meer, geen uitweg?Toch wel, want zelfs in de zwakste mens blijft een spoor van Gods genaade, van zijn scheppende hand. Elk mens, hoe ver hij ook mag verwijderd zijn, heeft heimwee naar God uit wie hij is geboren. Wellicht is dit juist een sterke tijd, één groot verlangen naar die éne échte zekerheid. Daarom vieren we telkens opnieuw Kerstmis.
|