Voor er oorlog was, was er vrede! Voor haat was er liefde. Voor zelfzuchtige eerzucht was er dienstbaarheid. Er was schoonheid zonder einde, die nooit had moeten vervagen. Maar degenen die toen leefden, lieten zich in met een ziekelijke eerzucht en egoïstische hebzucht. Ze verlangden naar macht. Ze verlangden ernaar om meer te hebben dan ze hadden gekregen. Ze voerden oorlog. Mens doodde mens, vol... razernij en afgunst, vervuld van de behoefte om zich de dienstbaarheid van anderen toe te eigenen. De liefde werd vermorzeld door de behoefte om te beschermen wat geen eigendom was. De mens negeerde de oproep om de weg van de Maker te volgen wiens banier vrijelijk geschonken liefde is, niet met geweld in bedwang gehouden en ook niet door onderwerping of loyaliteit van anderen geëist. Dat is de tekortkoming van de mens....
|