Als je los van het verhaal van de Barmhartige Samaritaan de vraag krijgt: Wie is je naaste? antwoord je spontaan: Wie in nood is. Met dit antwoord zit je naast het evangelie van vandaag. Je antwoordt op: voor wie ben ik een naaste? ni...et op: wie is voor mij een naaste? Als je het evangelie aandachtig leest, stelt Jezus de vraag: Wie van deze drie lijkt je de naaste te zijn van de man die in de handen van de rovers is gevallen? Als je wil weten wie je naaste is, moet je beginnen waar de parabel begint. Je naaste is wie jou ziet liggen, wie jou ziet zoals je hier en nu bent en leeft; wie je niet ziet door een donkere bril van vooroordelen; wie niet kijkt naar je fouten en mislukken van vroeger; wie naar je luistert, je laat uitspreken en je verhaal niet onderbreekt met wat hij zelf meemaakte. Wie dat doet loopt niet in een boog om je heen. Je naaste is wie olie bij heeft, jou zalft en laat ervaren: wat voorbij is, is voorbij, ik draag je mee de toekomst in met al je kwetsuren, met al je pijn. Jouw naaste is wie je op zijn lastdier tilt, wie je verder voert, je brengt waar je weer op adem, weer tot leven komt. Je naaste is wie jou zoveel waard vindt, dat hij voor je een waard vindt, iemand aan wie hij je toevertrouwt bij zijn afwezigheid en
die voor je een prijs wil betalen. Liefhebben begint met de ervaring van geliefd te zijn. Hier raken we de kern van dit stukje evangelie: wij hebben liefde en ontferming nodig. Die liefde en ontferming ontvangen wij altijd van God in zijn vergeving, zijn bijstand en de gave van zijn Geest. Maar liefde en ontferming zijn ook gaven van mensen. Het verhaal van de Barmhartige Samaritaan met de vraag: wie is mijn naaste? moet je niet doen piekeren over hoeveel behoeftige mensen jou als naaste voelden en je met angst vervullen als dat er weinig zijn. Dit verhaal en die vraag moeten je wel diep dankbaar stemmen tegenover God en tegenover je meest nabije mensen die je zien, olie en wijn aan je besteden, je op hun lastdier tillen en je heling, geluk en toekomst bieden. Die dankbaarheid maakt persoonlijk voelbaar wat de uitnodiging Ga en doe gij evenzo door jouw doen en laten aan heelheid en geluk meebrengt voor anderen. Laten wij, vanuit die dankbaarheid, de uitspraak wie goed doet, goed ontmoet omdraaien en met hart en ziel het omgekeerde waar maken: omdat ik goed ontmoet, doe ik goed!
|