De liefde is geduldig
en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen
zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos
maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar
vindt vreugde in de waarheid.
Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt
ze, in alles volhardt ze.
|