Een rozenkrans of paternoster is
een gebedssnoer dat bij vele mensen nog gebeden wordt. Vroeger was het
gebruikelijk om elke avond in de koude dagen van het jaar samen met ouders en
kinderen, bij de kachel of Leuvense stoof, de paternoster net voor het
slapengaan te bidde,.
De rozenkrans bestond oorspronkelijk uit 5 grote en 50 kleine kralen en wordt
gebruikt voor het rozenkransgebed. Dit gebed bestaat uit het bidden van het
Onze Vader (15 maal) en het Weesgegroet (150 maal) door de rozenkrans driemaal
te doorlopen. Tijdens dit gebed wordt het leven en lijden van Jezus overwogen,
alsook de verrijzenis.
Het bidden van 150 maal een Weesgegroet is in feite een vereenvoudiging voor
het gewone kerkvolk dat de 150 psalmen niet uit het hoofd kon opzeggen, zoals
de kloosterbroeders dat wel konden. Volgens de katholieke overlevering dankt de
rozenkrans haar naam aan een openbaring van Maria zelf: iedere keer dat een
Weesgegroet wordt gebeden, schenkt men haar een mooie roos. Elke complete
rozenkrans is, zo heet het, voor haar een kroon van rozen.
De verkorte versie van het
rozenkransgebed is het rozenhoedje. Hiervoor gebruikt men de rozenkrans of
paternoster (met zijn 5 grote en 50 kleine kralen) slechts éénmaal.
Het bidden van een rozenkrans gaat gepaard met het gedenken van
geloofsgeheimen.
|