God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Ergens werd een bruiloft gevierd. Ze hadden het niet breed maar vonden toch dat er veel mensen aanwezig moesten zijn: gedeelde vreugde geeft dubbel geluk, dachten ze. Het moest een feest voor alleman zijn, meenden ze, waarom dan beletten dat onze vreugde besmettelijk zou zijn? Er zijn al zo weinig goede epidemieën onder de mensen. Dus vroegen zij aan elke genodigde een fles wijn mee te brengen. Bij de ingang zou een groot vat staan en daarin kon ze leeggegoten worden. Zo zou ieder van ieders gave drinken en vreugde hebben. Toen het feest geopend werd liepen de bedienden naar het grote mengvat en schepten met grote kruiken. Maar groot was hun verwondering toen ze merkten dat het alleen maar water was. Ze stonden als versteend toen het tot hen doordrong dat ieder gemeend had: die ene fles water die ik erbij doe, zal toch niemand merken of proeven. Ze wisten nu dat iedereen zo gedacht had. Dat iedereen gedacht had: laat mij nu maar eens profiteren van wat de anderen meebrengen. Het werd een waterig gedoe en dat niet alleen omdat er slechts water te drinken was. En toen bij het rijzen van de maan, de fluitspelers zwegen, ging ieder zwijgend naar huis wetend dat het feest nooit begonnen was.