1860. Don Bosco heeft voor zijn werk veel mensen nodig.
Iedere zondag 500 jongens in het patronaat, enkele scholen,
een tijdschrift met 12.000 abonnees, dag‑ en avondonderwijs.
Wie moet het werk doen?
Er zijn zoveel mensen en handen nodig.
Altijd is hij op zoek naar medewerkers van dichtbij of verder af.
Maar er zijn ook veel mensen die hem nodig hebben.
Iedere dag staan ze aan zijn deur met hun klein en groot verdriet:
jong en oud, arm en rijk, om te geven of te krijgen,
om te vloeken of te bidden.
Iedere dag komen er precies meer, een eindeloze rij.
Mensen op zoek naar geluk dat lag in een woord
of een ogenblik aandacht van Don Bosco.
Hij besteedde er uren tijd aan.
Tegen 1860 waren ze zo talrijk
dat hij van 9.00 u tot 13.00 u. op zijn kamer vast zat,
alleen maar luisterend naar mensen.
Naar: TERESIO BOSCO.
|