Z orgzaam (samenleven) Z ijn (maar ook doen) Z ien (en graag zien) Z ingen (en bidden) Z wijgen (als ‘t nodig is) Z ondag (vieren) Z ieken (bijstaan) Z wervers (een plaats gunnen) Z even maal Zeventig maal (opnieuw beginnen) Z acht (en toch sterk) Z uiver (van hart/op de graat) Z ielsgelukkig (en dankbaar) Z oekend (evengoed) Z enuwachtig (soms ook eens) Z invol (bezig) Z elfstandig (en dienstbaar) Z onder (ophef/veel woorden) Z onneke (in huis/in ‘t klooster) Z ottemuts (ipv (zots)’kap’) Z omers (gezind en gezonden) Z uiders (getint en gekruid) Z uinig (maar niet op vrienden en met glimlachen) Z wierig (met bemoediging) Z waaiend (met lof) Z alf (op de wonde) Z out (der aarde/en zoet ook wel) Z uur (desem!) Z alig (komt net voor heilig!) Z egen (voor jongeren…Zeer Zeker en Zomaar) en dat allemaal met de Z van Zuster!
|