In zijn Kerkgeschiedenis besteedde Don Bosco uitgebreid aandacht aan de opwekking van Lazarus en vermeldde dit verhaal als één van de wonderen die het meeste indruk maakte op het volk. Trouw aan het verhaal uit het evangelie van Johannes beschreef Don Bosco de vriendschap tussen Jezus en Lazarus en stelde deze als voorbeeld voor iedere goede christen. Door te verwijzen naar het verdriet en de tranen van Jezus bij het overlijden van zijn dierbare vriend kon hij bovendien een heel menselijke kant van Jezus laten zien. Louter menselijk gesproken was er geen uitkomst meer: Lazarus was al vier dagen gestorven. Zijn zussen Martha en Maria hadden wel het vermoe-den dat er op de één of andere manier op het einde van de tijden een opstanding zou zijn uit de dood, maar ze begrepen (nog) niet wat Jezus bedoelde met de woorden: ‘Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, mag dan wel sterven, toch zal hij leven’. Pas toen Lazarus, na een gebed van Jezus, te voorschijn kwam, zo staat er, ‘gingen velen in Hem geloven’ (Joh 11,45).
Op verscheidene plaatsen, bijvoorbeeld in zijn boek
Il Cattolico istruito, schreef Don Bosco dat dit wonder inging tegen de wetten van de natuur en dat het alleen te begrijpen was als het werk van God. Hij noemde het tevens een bewijs van de goddelijkheid van Jezus Christus, want alleen God is het Leven, dat sterker is dan de dood.
|