In het Palestina van Jezus’ tijd was het gebruikelijk dat de voeten van de gasten bij hun aankomst werden gewassen. Ze hadden lang gelopen langs stofferige wegen, in open sandalen, en dus was zo’n opfrisbeurt welkom.
Uiteraard was die wasbeurt een taak voor het huispersoneel. Maar er is meer. Vooraleer aan tafel te gaan, waste iedereen ook zijn handen. Dat was niet alleen een vorm van hygiëne zoals bij ons, maar tegelijk ook een spiritueel reinigingsritueel.
Joden doen dat ook voordat ze de tempel betreden. Het is een vorm van zich zuiveren om als een rein mens voor Gods aanschijn te verschijnen.
Dat Jezus, voor het Laatste Avondmaal, de handen en voeten van zijn leerlingen waste, heeft dus een rijke symbolische betekenis.
"Toen Hij hun voeten gewassen had, deed Hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?’ vroeg Hij. ‘Jullie zeggen altijd “Meester” en “Heer” tegen Mij, en terecht, want dat ben Ik ook. Als Ik, jullie Heer en jullie Meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.’
“Ik heb jullie een voorbeeld gegeven. Doe zoals Ik heb gedaan.”
|