Jezus ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in wierpen. Veel rijken gooiden veel geld in de kist. Er kwam ook een arme weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan een cent. Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: 'Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.'
Toen ik jaren terug in India een huis binnenkwam - vier grijze muren en een groene bank - was het de vrouw des huizes die me eerst de hand drukte. Zij sprak geen Engels en begreep me ook niet, net als ik haar niet begreep. Er was slechts een iets in woning dat schitterde. Om de stilte te breken maakte ik een gemeend compliment met mijn wijksvinger, richting dat 'ding' in het rood. Ze haalde het meteen van de muur en gaf het me. Ik had nog niet door wat ik in handen had toen ze het voor me inpakte. Eens thuisgekomen opende ik het pakje. Het was een verguld Mariabeeldje op een rode achtergrond met vergulde papieren sterren... Het enige wat ze in huis had, en wat nu achter me in mijn bureau hangt!
|