Christus heeft Duivel en dood voor alle mensen overwonnen, ook voor de mensen die leefden voordat het Kruisoffer werd gebracht. De Kerk leert dat Christus op Stille Zaterdag 'is nedergedaald ter helle'. Alle mensen die vóór het offer van de Kruisdood Rechtvaardig waren geworden, heeft Christus - voorafgaand aan zijn Verrijzenis - bevrijd uit het dodenrijk.
Op de zaterdag na het lijden en sterven aan het kruis, zo verhaalt de Bijbel, gaat er niemand naar het graf, waarin Jezus de dag tevoren is gelegd. Het is immers Sabbat, en ook de Joodse volgelingen van Jezus nemen de sabbatsrust in acht. Wel worden er, op verzoek van de hogepriesters en de Farizeeën, Romeinse wachters bij het graf opgesteld. Zo willen de Joodse leiders voorkomen dat leerlingen van Jezus het lijk stelen om daarna te kunnen beweren dat hij is verrezen.
De schemering gaat beginnen. Zij staan bijeen geschaard waar bleek in het witte linnen hun dode ligt opgebaard.
Nu zijn gelaat en zijn leden gebet en gewassen zijn, nu is hij blank van vrede, nu blijft er geen zweem meer van pijn.
De specerijen geuren. “’t Is tijd”, zegt zacht een stem. Tedere handen beuren de baar en dragen hem
met innig voorzichtige schreden omlaag, de heuvel af. De stille stoet daalt mede naar het nieuwe, koele graf.
Zij dragen hem daar binnen. Als zij, laat, huiswaarts gaan, zien zij met stille zinnen de maan van Pasen staan.
Gerard Wijdeveld
|