De bisschop van Brugge verwerpt in 'Tertio' een catacombenchristendom. In het Westen krijgen de kerk en het christendom steeds vaker de aanbeveling om zich niet met de uitbouw van de samenleving bezig te houden en zich vooral niet te profileren. De Kesel betoogt dat het christendom zich niet kan veroorloven om meer met de hemel dan met de aarde bezig te zijn. Het geloof handelt wel degelijk over het bestaan hier en nu. Juist het verrijzenisgeloof vestigt daarop onze aandacht. "Mensen die God willen dienen doen dat best door elkaar te dienen. Door elke mens met eerbied en respect te benaderen zoals iedereen zijn eigen broer of zus zou behandelen. Het gaat God ter harte wat er met ons en in deze wereld gebeurt. De kerk wil – vanuit haar geloofsovertuiging – een bijdrage leveren aan de opbouw van een menswaardige samenleving."
|