God is altijd ‘onze’ Vader. Hij is nooit enkel ‘mijn’ Vader. ‘Vader, net zoals ‘moeder’, is het relatiewoord bij uitstek, intiemer en tegelijk eerbiediger kan het niet… Wij hebben slechts één Vader, aan Hem vertrouw ik toe wat wij ten diepste nodig hebben.
Vader, zo nabij en toch veraf,... zo intiem en toch afstandelijk, ik kom naar U om U te loven en te prijzen, om de komst van uw Rijk te bespoedigen, om brood om van te leven, om vergeving, om niet ten prooi te vallen aan allerhande behoeften.
|