‘Ik sloeg mijn ogen op en had een visioen: Ik zag een man met een meetlint in de hand. Ik vroeg: ‘Waar gaat u heen?’ Hij antwoordde: ‘Ik ga Jeruzalem opmeten om te kijken hoe breed en hoe lang het zal worden.’ Toen verscheen weer de engel die met mij sprak en een andere engel kwam hem tegemoet. Deze zei tegen hem: ‘Vlug! Zeg die jongen daar dat Jeruzalem open moet blijven, niet ommuurd, vanwege de vele mensen... en dieren die in de stad wonen. Ikzelf zal voor haar – godsspraak van de heer – een muur van vuur rondom haar zijn.’ (Zach. 2, 5-9a)
Ik moest denken aan de vluchtelingenstroom, aan de hekken en muren die er soms worden gebouwd om hen buiten te sluiten. Het visioen van Zacharias raakt mij. Willen we ooit dat er vrede komt, dan moeten we geen muren bouwen maar muren afbreken, om te beginnen de muur van angst die om ons hart zit. Het visioen van Zacharias raakt mij om de godsspraak van de Heer, dat Hij zelf een muur van vuur zal zijn, een beschermende muur rondom de stad Jeruzalem en haar bewoners.
|