In de voorbede, een belangrijk deel van ons biddend samenzijn, bidden we altijd voor anderen, voor wereldnoden, voor problemen in de samenleving of in de gezinnen. Ook hier spreken we onze hoop uit dat het anders wordt, dat mensen anders gaan handelen, want mensen moeten het doen. Het zou wat al te gemakkelijk zijn om te denken: mensen maken oorlog, doen elkaar een hoop narigheid aan en God lost dat wel even op als we dat vragen. Een oudere pastoor... vertelde eens hoe hij gemerkt had dat hij de voorbede die hij maakte anders was gaan formuleren. Eerst bad hij: God, maak een einde aan de oorlog. Toen werd het: God, laat er vrede komen. En tenslotte: God, geeft wijsheid en kracht aan die mensen die beschikken over oorlog en vrede. Want uiteindelijk: mensen moeten het doen, in de kracht van God. En in zijn kracht kunnen mensen veel meer dan ze denken.
|