.
Voor allen, Heer, die eenzaam zijn. Voor allen, die U zijn vergeten. Voor allen, die zichzelf zo klein, zo hopeloos onbelangrijk weten. Voor ieder, die geen blijdschap kent. Voor elk, die onder druk moet leven. Voor ieder, die gij een talent, geen tien talenten hebt gegeven. Voor allen, die met scherpe tong, de ander ondoordacht bezeren. Voor ieder, die in lang niet zong, Voor elk, die 't liefste moet ontberen. Maar ook voor allen, die zich rijk beschouwen en op zichzelf vertrouwen. Voor allen, die een sterke dijk van haat rondom zich bouwen. Voor allen, bid ik U, o Heer, voor allen, die U zelf niet vragen en voor mijzelf bid ik steeds meer of ik blij en dapper mijn kruis mag dragen. Amen.
|