Wat zal men wel niet van mij denken? Wat zullen de mensen zeggen? Het zijn gedachten die we allemaal wel eens hebben. Als je als student te goede punten haalt, ben je een blokbeest of een strever. Als je weer eens septemberzittijd hebt, kijken mensen vaak ook maar bedenkelijk. Als je een pull van vier jaar geleden uit de kast haalt, ben je echt niet meer trendy. Maar als je het nieuwste jasje met een luxe-labeltje draagt, vindt men je misschien wel een snob. Als je drie keer per jaar en tripje maakt, gooi je gewoon met geld. Maar als je zuinig leeft, noemt men je misschien wel gierig. En zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Lezen we niet in de krant dat de verkiezingscampagne die eraan komt vooral een partijtje persoonlijk moddergooien zal worden? Kortom: Er wordt in onze samenleving makkelijk en snel geoordeeld en veroordeeld. Dan komen dergelijke gedachten makkelijk bij ons op.
De veertigdagentijd roept ons op ons daar niets van aan te trekken. Je hoeft niets te doen voor het oog van de mensen. Je hoeft niets te laten voor het oog van de mensen. Het gaat tenslotte om jezelf in relatie met God. Jezus geeft drie duidelijke voorbeelden daarbij.
|