Wij Gods werk, Gods kunstwerk, Gods gedicht. Ik vind dat een even prachtige als diepzinnige gedachte. Een kunstwerk van God, een gedicht van God. Het zegt niet alleen dat we bij God horen, ten diepste van God zijn, schepsel zijn, door hem gewild, maar ook dat er aan ons is gewerkt, met plezier en dat God in ons iets van zichzelf heeft gelegd. Want een goede kunstenaar maakt niet zomaar wat, een echte dichter schrijft niet zomaar wat, maar legt iets van zichzelf in wat hij maakt, in wat hij schrijft. Een kunstwerk van God, een gedicht van God. Het zegt niet alleen dat we bij God horen ten diepste van God zijn, schepsel, maar ook dat wij mooi zijn. Want dat is de sfeer die hoort bij kunstwerk of gedicht, de sfeer van schoonheid. Natuurlijk gaat het dan niet om de normen die aangelegd worden in de reclame van anti-rimpel of anti-roos. Hoewel die zin uit een van die reclames eigenlijk wel heel goed past: ‘ik ben het waard, u toch ook’.
In de ogen van God, volgens de normen van God zijn wij mooi, zijn wij het waard, zijn wij waardevol, ieder van ons.
|